Hoofdstuk 1 Flashcards
Wat is een besturingSysteem?
Dit is de link tussen de hardware en de gebruiker.
Maakt het mogelijk om de hardware te gebruiken.
De gebruiker kan via het besturingsSysteem opdrachten geven aan de hardware.
Wat zijn enkele taken van het BesturingSysteem?
Opslaan en afhalen van informatie. Beheer en delen van bronnen Programmas afschermen van hardware. tijdsplanning maken voor het programma reageren op fouten en anvragen
Welke soorten OS zijn er?
Single-Tasking -> 1 gebruiker kan 1 applicatie tegelijkertijd uitvoeren.
Multi-Tasking -> 1 gebruiker kan meerdere applicaties tegelijkertijd uitvoeren.
Multi-User -> meerdere gebruikers kunnen tegelijkertijd de computerbronnen gebruiken.
Wat zijn de 3 lagen van de OS?
shell -> de gebruiker communiceert hiermee.
Heeft functies om op opdrachten van de gebruiker te reageren.
Utilities -> heeft de routines voor de voordbereiding en controle die nodig zijn voor de uitvoering
Kernel -> is het hart van de os
heeft details mee voor de toplaagfuncties uittevoeren.
Welke soorten Programmas zijn er?
Je hebt batch-programmas -> deze kan je niet zelf openen en heeft geen respons
Interactieve programmas -> deze hebben een snelle respons.
Real-Time programmas -> deze hebben een beperkte tijd respons.
Wat is een proces?
Dit zijn meerdere kleine opdrachten die uitgevoerd moeten worden door de os, een programma heeft meerdere processen.
Wat is een resource?
Proces spreekt resources(bronnen) aan om iets te doen voor hem bv. data opslaan, pop-up scherm openen,bestanden inlezen,cpu gebruiken.
Wat moet een moderne os hebben?
Overdraagbaarheid
Flexibiliteit
consistentie