Hoe verloopt de bevruchting van ovulatie tot innesteling en klievingsdelingen? Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er wanneer er op dag 14 de ovulatie optreedt? Welke processen komen dan in gang? Welke hormonen zorgen waarvoor?

A
  • Komt het endometrium vervolgens in de secretie- of luteale fase. Onder invloed van
    progesteron wordt het endometrium nu voorbereid op de komst van de bevruchte eicel: decidualisatie. Heel speci”eke lymfocytenfracties, zoals de uteriene natural killer (uNK-)cellen, die een belangrijke rol spelen bij de innesteling van het embryo, nemen in aantal sterk toe.
  • De kronkelingen van de spiraalarteriën nemen toe en het klierepitheel scheidt het voedingrijke glycogeen af. De cellen van het endometrium worden groter en blaziger.
  • Het cervixslijm wordt onder invloed van progesteron weer dik en ondoorgankelijk voor spermatozoa.
  • De secretiefase bereikt zijn hoogtepunt rond dag 21-22 van de cyclus, het moment waarop de bevruchte eicel zich zal gaan innestelen in de uterus.
  • Wanneer bevruchting uitblijft, gaat het corpus luteum te gronde en dalen de progesteron- en de oestrogeenspiegel. Als gevolg hiervan krimpen de spiraalarteriën en stopt de toevoer van zuurstof en nutriënten. Daardoor degenereren de cellen en wordt de functionele laag tijdens de menstruatie weer afgestoten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar vindt de bevruchting plaats?

A

De bevruchting vindt plaats in de ampulla tubae. Enkele minuten tot uren na de ovulatie dringen de spermatozoön de eicel binnen. Op dit moment versmelten de celkernen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat smelt samen tijdens de bevruchting?

A

Bij de bevruchting versmelten twee haploïde gameten met elkaar. Door versmelting van de twee haploïde (23 chromosomen) ontstaat een zygote.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een zygote?

A

Door versmelting van de twee haploïde (23 chromosomen) ontstaat een zygote.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen spermacellen en oöcyten?

A
  • Spermacellen: dragen alleen de mannelijke chromosomen bij.
  • Oöcyten: dragen alle celorganellen, voedingsstoffen en genetische programmering om de
    ontwikkeling van de embryo te ondersteunen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt de bevruchting gedefinieerd?

A

ordt gedefinieerd als ‘het proces waarbij het aantal somatische chromosomen wordt hersteld door de fusie van het haploïde genoom van de eicel met het haploïde genoom van een zaadcel en de diploïde zygote.Door bevruchting wordt de ontwikkeling in gang gezet en wordt de meiose van de voormalige eicel voltooid. (metafase van meiose II)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zit er om het oocyt?

A

Na de ovulatie wordt de secundaire oöcyt opgevangen door de fimbriae van het infundibulum van de eileider. Om het oöcyt zit zona pellucida en een laag follikelcellendit noem men het corona radiata.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de acrosoomreactie?

A

Zodra de zaadcel in contact komt met de eicel, treedt de acrosoomreactie op, waarbij in vestikels opgeslagen eiwitsplitsende enzymen uit de kop van de zaadcel worden gestort. Dit is o.a. acrosinemaakt het mogelijk dat de zaadcel de granulosacellaag en de zona pellucida kan passeren.
Om deze laag doorgankelijk mogelijk te maken is een gelijktijdig contact met een groot aantal zaadcellen vereist. O.i.v. fertiline, fuseert één van de zaadcellen met de membraan van de eicel, waarbij de oöcytmembraan de zaadcel 0omgeeft en deze in de eicel opneemt, staart blijft buiten de cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt ervoor gezorgd dat de de eicel slechts met één zaadcel fuseert?

A

Als het sperma het ei met succes bevrucht, verandert het ei en maakt het zichzelf onmogelijk te bevruchten door ander sperma. Sperma dat probeert door de zona pellucida te komen via de acrosoomreactie wordt verhinderd dit te doen omdat de zona pellucida hard wordt. De zona pellucida-koolhydraatreceptoren vallen ook af, waardoor nieuwe sperma zich niet kan hechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de zonareactie?

A

cortivale, lysosomachtige granula, bevatten enzymen, fuseren met de wand van de eicel waarbij de inhoud van de granula naar de zona pellucida diffundeert en de spermareceptoren door proeoyse inactief worden, zodat zaadcellen niet meer worden herkend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komt de tweede meiotische deling tot stand?

A

ls gevolg van de fusie wordt de tweede meiotische deling van de voormalige eicel voltooid, waardoor de ‘definitieve eicel’ en het tweede poollichaampje ontstaan. Binnen de definitieve eicel wordt de kop van de zaadcel het centriool gescheiden. De zaadcel draagt dus alleen de kern en het ventriool bij aan de zygote. (géén cytoplasmatische componenten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn klievingsdelingen?

A

Een klievingsdeling is een mitotische deling, waarbij twee dochtercellen ontstaan maar de totale hoeveelheid cyptoplasma niet veranderd. De vrucht neemt hierbij dus niet in volume toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn Blastomeren

A

Ongeveer 30 uur na de bevruchting is de zygote voor de eerste keer gedeeld en zijn er twee dochtercellen, de blastomeren, gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel cellen zijn er bij de derde klievingsdeling?

A

Na de derde klievingsdeling (8 cellen) verandert de vrucht van een aggregaat van acht blastomeren in een veel dichter opeengepakte groep cellen, waarbij nauwe celcontacten in de vorm van ‘tight junctions’ worden gevormd tussen de cellen van de buitenste laag. Hierdoor wordt de binnenste cellen afgesloten van de buitenwereld. De binnenin gelegen cellen vormen onderling ‘gap junctions’, waardoor hun cytoplasma’s met elkaar in verbinding staan.  dit noem je compactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noem je het bevruchten eitje na 3 dagen

A

Dan heb je 12-16 cellen en noem je het morula (moerbei)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noem je het bevruchten eitje na 4-5 dagen

A

dan heb je 16-32 ontstaat holte in centrum van morula eerste voorbeeld van embryonale holtevorming. de vrucht wordt dan blastocyten genoemde en de holte het blastocoel.

17
Q

welk hormoon geven trofoblast af? en waarom doen ze dit?

A

HCG en dit doen ze om het corpus luteum intact te houden.

18
Q

Op welke dag vindt de innesteling in de baarmoederholte plaats?

A

De vrucht blijft tijdens de klievingsdelingen omhuld door de zona pellucida en wordt in 5 dagen (16 tot 32) door het trilhaarepitheel van de ampulla van de eileiders naar de baarmoederholte getransporteerd.

19
Q

Wat is hatching?

A

In de uterusholte zal de zona pellucida degenereren(achteruitgaan) o.i.v. de lytische (oplossende) activiteit van de trofoblast.
- Hierdoor komt de blastocyste vrij en dit noem je hatching

20
Q

Wat gebeurt er door hatching

A

doordat de blastocysten vrij kom kan die in grootte toenemen en het kan zich innestelen in het endometrium. De innesteling is van cruciaal belang voor de overleving en verdere ontwikkeling van de vrucht .

21
Q

Je hebt twee trofoblasten delen, 1 die tegen de embryoblast ligt en 1 die aan de kant van de uterusholte ligt, hoe noem je deze zijde?

A
  • De polaire trofoblast (deel trofoblast dat tegen de embryoblast ligt) kleeft vast aan het endometrium via adhesiemoleculen.
  • De ventrale zijde van het embryo ligt aan de kant van de uterusholte. De trofoblastcellen die direct in contact staan met het endometrium, delen onvolledig.ondergaan karyokinese.er vormt zich een synctium (synctiotrofoblast).
22
Q

hoe noem je de innesteling

A

nidatie

23
Q

Waar zijn syncytiotrofoblasten verantwoordelijk voor?

A

De syncytiotrofoblast is invasief groeiend weefsel met sterk fagocyterende eigenschappen en is
verantwoordelijk voor de innesteling (nidatie) van de vrucht in het endometrium
6 dagen
bevruchting. Dag 10 volledig ingenesteld.