Hoc 2: H3: Algoritmes Flashcards

1
Q

Wat is een algoritme?

A

Een algoritme is een geordende reeks ondubbelzinnige, uitvoerbare stappen die een eindig proces beschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een programma?

A

Een Programma stelt meestal een algoritme voor, is een representatie van een algoritme, in een door een computer uitvoerbare vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een proces?

A

Een Proces is de activiteit waarbij een programma/algoritme wordt uitgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is het belangrijk om in algoritmes te leren denken?

A

= Biedt een oplossingsmethode als antwoord op een probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Algoritme representatie vereist precies gedefinieerde primitieven,
(maar wat zijn primitieven?)

A

primitieven = zijn de bouwstenen waarmee representaties van algoritmes kunnen worden samengesteld.

Precies gedefinieerd:
* Ondubbelzinnige instructies: voldoende nauwkeurig en gedetailleerd
* Vermijden communicatieproblemen: natuurlijke talen!
* Doel van definiëren in de wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Primitief bestaat uit 2 delen, namelijk?

A
  1. Syntax
  2. Semantiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen syntax en semantiek?

A

Een primitief bestaat uit 2 delen, namelijk:

  • Syntax = symbolische representatie/ de vorm van de code
  • Semantiek = de betekenis van de instructies die de code uitvoert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen laag abstractie niveau en hoog niveau representaties?

A

Laag abstractie niveau = programmeertalen = interpreteerbaar door computers/ machines

Hoog niveau representaties = pseudocode of flowcharts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom gebruiken we hoog-niveau representaties?

A
  • Het is een meer abstracte manier om programma/ algoritme voor te stellen
  • Vergemakkelijkt begrijpbaarheid/ objectiviteit
  • Meest voorkomende manier om algoritmes neer te schrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn algemene primitieven? Welke zijn er?

A

= Deze staan centraal in alle algoritme representaties (zowel FC als PC)

  • variabelen
  • toekenning
  • tekst
  • basisoperaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een variabele?

A

Een variabele is een symbolische naam die verwijst naar een waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is toekenning?

A

= Toekennen van een waarde aan een variabele.

Het veranderen of toekennen
van een waarde aan een variabele noemen we ‘toekenning’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn basisoperaties?

A

Om condities na te gaan worden volgende basisoperaties gebruikt:

Gelijkheid: ==
* Ongelijkheid: !=, <>
* Groter dan: >
* Groter of gelijk aan: >=
* Kleiner of gelijk aan: <=
* Kleiner dan: <

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een sequentie?

A

= Een sequentie in een flowchart is een reeks stappen die achtereenvolgens worden uitgevoerd, weergegeven met rechthoeken en pijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een selectie?

A

= Voorwaardelijke opdrachten = enkel bepaalde stappen uitvoeren als bepaalde conditie voldaan is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke selectie (voorwaardelijke opdracht) zijn er?

A

Type 1: If then/ als dan = Geen aparte/ extra opdrachten als de conditie niet voldaan is.

Type 2: If then else/ als dan anders = Specifieer alternatieve alternatieve opdracht als de conditie niet voldaan is.

17
Q

Wat zijn iteraties en waarvoor worden ze gebruikt?

A

Wordt gebruikt indien bepaalde opdrachten meermaals moeten uitgevoerd worden
* tot aan een bepaalde stopconditie wordt voldaan
* Worden voorgesteld door while of repeat loops

18
Q

Welke iteraties (herhalingsopdracht of loop) zijn er?

A
  • While/ zolang
  • Repeat/ herhaal
  • For/ voor (deze is anders dan de eerste 2)
19
Q

Waarom is de iteratie For/ voor anders dan de andere twee?

A

Derde type herhalingsopdracht waarbij het aantal iteraties al vast staat op
voorhand

Kan met een “voor” statements voorgesteld worden in PseudoCode maar dient met een “while” te worden voorgesteld in Flowchart

20
Q

Een ________ wordt gebruikt in een algoritme om keuzes te maken op basis van voorwaarden.

A

Antwoord: Selectie

21
Q

Een ________ is een visuele representatie van een algoritme met symbolen zoals ovalen, rechthoeken en ruiten.

A

Antwoord: Flowchart

22
Q

Een algoritme moet altijd een duidelijke ________ hebben om te stoppen.

A

Antwoord: Stopconditie

23
Q

Leg uit wat een ‘iteratie’ is en geef een voorbeeld van een situatie waarin je een iteratie zou gebruiken.

A

Antwoord: Een iteratie is een herhalingsstructuur waarbij een reeks stappen meerdere keren wordt uitgevoerd.

Voorbeeld: Het tellen van het aantal elementen in een lijst of het berekenen van de som van alle getallen van 1 tot en met 10.

24
Q

Wat is het verschil tussen een ‘While’-loop en een ‘For’-loop? Wanneer gebruik je welke?

A

Antwoord:

While-loop: Wordt gebruikt wanneer je niet weet hoe vaak een iteratie zal worden uitgevoerd en herhaalt zolang een bepaalde conditie waar is.

While loop: Herhaalt een actie zolang een bepaalde conditie waar is. Je weet niet altijd van tevoren hoe vaak de herhaling plaatsvindt.

For loop: Herhaalt een actie een bepaald aantal keer. Je weet van tevoren hoe vaak de herhaling plaatsvindt.

25
Q

Waarom gebruiken we pseudocode bij het ontwerpen van algoritmes?

A

Pseudocode maakt het mogelijk om algoritmes duidelijk en ondubbelzinnig te beschrijven zonder de beperkingen van een specifieke programmeertaal. Het vergroot de begrijpelijkheid en maakt communicatie gemakkelijker.