Hoc 1: H1: Inleiding, H2 Basisbegrippen Flashcards

1
Q

Wat is Business - IT alignment?

A

Het proces waarbij de IT-strategieën en - systemen van een organisatie zijn afgestemd op de bedrijfsdoelen en strategieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor zorgt Business - IT alignment?

A
  • Zorgt voor betere ondersteuning van zakelijke doelen
  • Verhoogt efficiëntie en effectiviteit
  • Bevordert samenwerking tussen IT en andere afdelingen
  • Richt zich op het begrijpen van zakelijke behoeften
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hardware?

A
  • De fysieke apparatuur of machines die programma’s kunnen uitvoeren (al het tastbare rond een computer(systeem))
    = Alles wat je kan kapotslaan met een hamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is software?

A
  • Software is programmeercode die hardware opdrachten geeft om taken uit te voeren.
    = Alles wat je niet kapot kan slaan met een hamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een database?

A

= Collectie data in een computer systeem georganiseerd voor
makkelijke opslag, toegang, en beheer.
–> Ook de veiligheid omtrent data wordt gemanaged door databanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is netwerk/ communicatie?

A

= Verbinden van meerdere computers om te communiceren en data uit te wisselen.
Bv. Grootste netwerk: internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de componenten van informatietechnologie?

A

= Hardware, software, databases, communicatie (en mensen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een informatiesysteem?

A

= een set van onderling gerelateerde componenten die informatie verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden om de besluitvorming in een organisatie te ondersteunen, gebruik makende van informatietechnologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen data en informatie?

A

Data zijn losse feiten zonder context;

informatie is verwerkte data met betekenis.

Informatie = data + nut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen een informatiesysteem en informatietechnologie?

A

Informatiesysteem:
een set van onderling gerelateerde componenten die informatie verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden om de besluitvorming in een organisatie te ondersteunen, gebruik makende van informatietechnologie.

Informatietechnologie (IT):
De technische middelen (hardware, software) die informatiesystemen ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is programmeren?

A

= Het maken van een programma/software, het
structureren van instructies zodat een machine die kan uitvoeren – in een programmeertaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het schrijven van een programma gebeurt in verschillende stappen, namelijk?

A
  1. Probleem definiëren
  2. Ontwerpen vd oplossing (algoritmes)
  3. Programmeren (in een programmeertaal)
  4. Testen
  5. documenteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly