Hfst 1 A+B Flashcards
1
Q
La photo
A
De foto
2
Q
Le message
A
Het bericht
3
Q
La réaction
A
De reactie
4
Q
Le commentaire
A
Het commentaar
5
Q
Le site
A
De website
6
Q
L’appli
A
De app
7
Q
Les réseaux sociaux
A
De social media
8
Q
Le portable
A
De mobiele telefoon
9
Q
L’addition
A
De rekening
10
Q
Dire
A
Zeggen
11
Q
Penser
A
Denken
12
Q
Attendre
A
Wachten
13
Q
Utiliser
A
Gebruiken
14
Q
Travailler
A
Werken
15
Q
Payer
A
Betalen
16
Q
J’y vais
A
Ik ga weg
17
Q
Il voit
A
Hij ziet
18
Q
Donne-moi
A
Geef mij!
19
Q
J’ai vu
A
Ik heb gezien
20
Q
Amuse-toi bein!
A
Veel plezier!
21
Q
On était
A
Wij waren
22
Q
Tu vas bein?
A
Gaat het goed met je?
23
Q
Beinvenue
A
Welkom
24
Q
À plus
A
Tot later
25
Grâce à
Dankzij
26
Devant
Voor (plaats)
27
Derrière
Achter
28
Près de
Dichtbij
29
Heureux
Gelukkig
30
Drôle
Grappig
31
Les gens
De mensen
32
La tête
Het hoofd
33
La temps
De tijd
34
Le truc
Het ding
35
Presque
Bijna
36
Pourtant
Toch
37
Maintenant
Nu
38
Avoir besoin (de)
Nodig hebben
39
Le conseil
Het advies
40
La raison
De reden
41
La dent
De tand
42
Le sens de l’humour
Het gevoel voor humor
43
Oublier
Vergeten
44
Arrêter
Stoppen
45
Né
Geboren
46
Facile
Makkelijk
47
Nouveau, nouvelle
Nieuw
48
Premier, première
Eerste
49
Bon, bonne
Goed
50
Vieux, vieille
Oud
51
Faire attention à
Opletten
52
Télécharger
Downloaden
53
Garder
Bewaren
54
Montret
Laten zien
