Hfd 6 Strafuitsluitingsgronden Flashcards

1
Q

Vereisten strafbare feit:

A

gedraging is wederrechtelijk

aan schuld te wijten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 soorten strafuitsluitingsgronden

A

rechtvaardigingsgronden

schulduitsluitingsgronden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verdachte die een succesvol beroep kan doen op een rechtvaardigingsgrond heeft

A

niet wederrechtelijk gehandeld en dus geen strafbaar feit gepleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verdachte die een succesvol beroep doet op een schulduitsluitingsgrond kan

A

geen verwijt worden gemaakt en is daarom niet strafbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechtvaardigingsgronden zorgen ervoor dat ..

A

het feit niet strafbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schulduitsluitingsgronden zorgen ervoor dat…

A

de dader niet strafbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rechtvaardigingsgronden:

A
  1. overmacht noodtoestand
  2. noodweer
  3. bevoegd gegeven ambtelijk bevel
  4. wettelijk voorschrift
  5. ontbreken materiele wederrechtelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schulduitsluitingsgronden:

A
  1. ontoerekeningsvatbaarheid
  2. psychische overlast
  3. noodweerexces
  4. onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
  5. avas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorwaarden overmacht

A
  • maatschappelijke plicht weegt zwaarder dan wettelijke plicht
  • acute nood
  • vereisten proportionaliteit en subsidariteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proportioneel =

A

geen wanverhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

subsidiair =

A

zodra je een andere lichtere manier van verdedigen hebt, dien je daarvoor te kiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de noodzakelijke verdediging van noodweer moet voldoen aan de eisen van:

A

proportionaliteit en subsidiariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontbreken materiële wederrechtelijkheid =

A

iemand pleegt strafbaar feit, maar door dat feit te plegen wordt juist het onderliggende rechtsgoed van de strafbepaling bereikt (Veearts-arrest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontoerekeningsvatbaar

A

rechter laat zich adviseren door deskundigen, zoals psychiater of psycholoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verminderd toerekeningsvatbaarheid:

A
  • is geen schulduitsluitingsgrond

- het strafbare feit is in mindere mate toe te rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschil ontoerekeningsvatbaar en verminderd toerekeningsvatbaar:

A

ontoerekeningsvatbaar: dader kan geen verwijt worden gemaakt.

verminderd toerekeningsvatbaar: wel

17
Q

Twee soorten psychisch overmacht:

A
  1. rechtvaardigingsgrond overmacht noodtoestand

2. schulduitsluitingsgrond psychische overmacht

18
Q

verschil overmacht noodtoestand, psychische overmacht:

A

Overmacht noodtoestand: iemand kon kiezen wat hij wilde doen.
Psychische overmacht: geen mogelijkheid om te kiezen.

19
Q

Vereisten psychische overmacht

A
  • gedwongen keuze, die voldoet aan de vereisten van p/s
  • door een acute van buiten komende drang of kracht
  • waar redelijkerwijs geen weerstand tegen kan worden geboden
20
Q

vereisten noodweerexces:

A
  1. noodzakelijke verdediging
  2. verdediging is s, niet p
  3. disproportionele verdediging is het gevolg van een hevige gemoedstoestand die door de aanranding wordt veroorzaakt.
  4. er is sprake van ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van eigen/andermans lijf, eerbaarheid of goed

NB: aan alle vereisten moet worden voldaan wil er sprake zijn van noodweerexces

21
Q

vereiste avas

A

er moet sprake zijn van dwaling en die dwaling moet verschoonbaar zijn (arrest melk en water)