Hfd 1 Strafbare feit Flashcards

1
Q

Voorwaarden strafbaar feit

A
  • menselijke gedraging
  • valt onder delictomschrijving
  • gedraging aan schuld te wijten
  • gedraging is wederrechtelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er is sprake van menselijke gedraging als:

A
  • persoon heeft gedraging verricht
  • gewilde spierbeweging
  • bestaat uit doen of nalaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nalaten =

A

Verdachte had spierbeweging kunnen maken, maar heeft dit niet gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functioneel daderschap =

A

rechtspersonen kunnen ook strafbare feiten plegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Legaliteitsbeginsel =

A

een feit is strafbaar als vooraf de gedraging een wettelijke strafbepaling is geformuleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wederrechtelijk =

A

in strijd met het recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schuld=

A

verwijtbaarheid; verdachte had anders kunnen handelen, heeft dat niet gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een gedraging is automatisch wederrechtelijk indien het wetboek deze strafbaar stelt

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elementen =

A

ongeschreven voorwaarden: wederrechtelijk en schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bestanddelen =

A

onderdelen waaruit de delictsomschrijving bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Soorten delicten =

A

Misdrijven / overtredingen
Formele / materiele
Commissie en omissiedelicten
Gronddelicten / gekwalificeerde delicten / geprivilegieerde delicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschil misdrijven / overtredingen:

A

misdrijven boek 2, altijd gevangenisstraf, rechtbank

overtreding boek 3, boete of hechtenis, kantongerecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Formeel delict =

A

heeft betrekking op de handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

materieel delict =

A

heeft betrekking op het gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

commissiedelict =

A

bepaald handelen is strafbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

omissiedelict =

A

nalaten is strafbaar

17
Q

Gronddelict =

A

een bepaalde gedraging is strafbaar gesteld

18
Q

Gekwalificeerd delict =

A

delict is ernstiger dan het gronddelict

19
Q

Geprivilegieerd delict =

A

delict minder ernstig dan het gronddelict