HF 1 Flashcards
ontwikkelingspsychologie
identificeert en beschrijft veranderingen gedurende de levensspanne van een individu en de processen die aan deze veranderingen ten grondslag liggen
nativisme
ontwikkeling wordt bepaalde door genetische factoren
empiricisme
ontwikkeling wordt bepaalde door omgevingsinvloeden
continue ontwikkeling
vaardigheden veranderen geleidelijk
discontinue ontwikkeling
veranderingen treden plotseling op
kwantitatief
onderliggende processen aan verandering blijven het hele leven hetzelfde
kwalitatief
er zijn verschillende ontwikkelingsfasen te onderscheiden
kritieke periode
periode waarin bepaalde ervaringen noodzakelijk zijn voor het aanleren van een vaardigheid. Word in deze fase het gedrag niet aangeleerd dan is de kans groot dat dit nooit meer zal gebeuren
sensitieve periode
periode waarin bepaalde ervaringen belangrijk zijn voor typische ontwikkeling. Als dit niet gebeurd betekent het niet dat het nooit meer geleerd zal worden maar wel dat het moeilijker wordt
domein-algemene ontwikkeling
ontwikkelingen kunnen invloed hebben op allerlei vaardigheden. (Aanhangers: Piaget & empiristen)
domein-specifieke ontwikkeling
het ontwikkelen van een vaardigheid heeft geen invloed
op een andere vaardigheid. (Aanhangers: nativisten)
locus van verandering
de manier waarop we kiezen om psychologische bekwaamheden te beschrijven (biologisch, sociaal, emotionele en gedragsmatige verklaringen)
ecologische perspectief
kijken naar verschillende systemen in de omgeving van een kind en interacties hiertussen
interactionistisch standpunt
kijken naar de invloed van omgeving op individu en de invloed van het individu op de omgeving
levensspanne perspectief
ontwikkeling gedurende het hele leven