Het wereldrijk van Alexander De Grote Flashcards

1
Q

Welke talenten had Alexander De Grote waardoor hij de logische troonopvolger was van zijn vader?

A
  • Hij was op jonge leeftijd al legeraanvoerder

- Hij had al aan de soldaten laten zien dat hij de eigenschappen had om zijn vader als koning op te volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschiltussen de politieke macht van Macedonië en Athene ?

A

Macedonië

  • Macht door het leger
  • Macht is erfelijk
  • Legerkoning

Athene

  • Verkozen macht
  • Geen erfelijkheid van macht
  • Vorm van democratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom werden de Griekse stadsstaten bondgenoten van Alexander de Grote?

A

Ze deelden de haat voor de perzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vanaf welke eeuw begon Alexander te veroveren?

A

4e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de eerste actie van Alexander in Hellas en waarom?

A

Als eerste actie voegde hij Liga van Korinthe toe aan zijn rijk omdat het Perzische rijk Griekenland had aangevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was het gevolg van het veroveren van Liga van Korinthe?

A

Een oorlog met de Perzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar stopte de veroveringstochten van Alexander de Grote?

A

In het huidige India

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom heeft Alexander de Grote zijn veroveringstochten in het huidige India?

A

Omdat zijn leger uitgeput was of omdat de gebieden verder dan India onbekend waren voor de Macedoniërs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Alexander was een imperialistische vorst, wat is een imperialistische vorst?

A

Dit is iemand die macht wilt in andere delen van de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welk jaar stopte de veroveringstochten van Alexander?

A

324 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kunnen we besluiten als we de duur van de veroveringen vergelijken met de grootte van het veroverde gebied?

A

Alexander veroverde op heel korte tijd het grootste rijk uit de klassieke oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wilde Alexander bewijzen door zijn stamboom te laten opmaken?

A

Dat hij familie was van de goden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beargumenteer waarom de huwelijken van Alexander en zijn generaals pasten in huwelijkspolitiek?

A

Alexander bevestigde zijn nieuw gezag door veroveraars en overwonnen families te verbinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom nam Alexander bepaalde elementen over van culturen die hij had overwonnen?
Wat ontstond er dan?

A

Zo ontstond er een multiculturele samenleving.

Dit verhoogde de kans dat zijn gezag zou aanvaard worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zou het moeilijk zijn voor een hedendaagse Europeaan om zich in te leven in de tijd van Alexander?

A

Omdat de hedendaagse Europeaan zich niet kan inbeelden hoe het zou zijn om geen burgerrechten te hebben en hoe het zou zijn als niet alle mensen gelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe stimuleerde de geldeconomie van Alexander de langeafstandshandel?

A

Doordat er overal dezelfde munt werd gebruikt, was het gemakkelijk om in het hele rijk handel te drijven.

17
Q

Toon de continuïteit aan tussen Alexander en de Perzische vorsten.

A

Alexander behield het systeem van de Satropieën en stelde vertrouwelingen aan als Satrapen

18
Q

Waarom zorgde de dood van Alexander voor het uiteenvallen van het rijk?

A

Alexander stierf jong en van een korte ziekte en hij had nog geen troonopvolger aangeduid.

19
Q

Waarom waren de erfelijke opvolgers van Alexander minder geschikt om de politieke macht over te nemen?

A

Zijn halfbroer was mentaal beperkt.

Zijn zoon was nog te jong.

20
Q

Welke gelijkenissen was er tussen de opvolgers van Alexander?

A

Ze hadden allemaal een hoge functie in het leger van Alexander.

21
Q

Hoe bewijzen bronnen dat dat het rijk van Alexander na zijn dood uit afhankelijke gebieden bestond?

A

In ieder gebied was er een andere diadoch of vertrouweling van Alexander aan de macht.

22
Q

Waarom voerden de Satrapen oorlog na de dood van Alexander?

A

De macht in het rijk van Alexander lag voor het grijpen.