HERTEN, REEËN, VARKENS Flashcards
afschot
afschieten van wilde dieren
rozenstokken
basis dat overblijft na afwerpen van gewei
rozenkrans
knobbeltjes rondom de rozenstokken
bast
huid op het gewei
vegen
afvegen van dode bast tegen takken en stammen
stangen
‘staande takken’ van een gewei
parels
knobbels op gewei
overerver
mannelijke dieren die zorgen voor nageslacht
spiegel
witte plek rond de kont van een ree
achterlopers / voorlopers
achterpoten / voorpoten
bronst
tijd waarin wilde dieren zich voortplanten
afspringen
het vluchten van wild bij het zien, ruiken of horen van onraad
schortje
het naar achter en onder uitstekend haarplukje bij de geit
schalen
hoeven
schelden
stemgeluid van ree
fiepen
klagende nasale fluittoon, waarmee de geit de jongen roept
achterhand
achterste deel van lichaam van een ree
wissel
vaste oversteekplaats van wild
smalree
eenjarige geit
jaarling
eenjarige bok
gust
reegeit zonder kalveren
sprong
groep reeën
knopbok
wanneer de knopje bedekt zijn met haar (bok tot een jaar oud)