Herhaalde metingen en mixed design Flashcards
Noem een voorbeeld van een herhaalde meting
Voorbeeld 1: Geletterdheid
Onderzoeksvraag: Hoe ziet ontwikkeling van geletterdheid bij kinderen tussen 4 en 8 jaar er uit in
longitudinaal onderzoek, met elk jaar een meting in de week van de verjaardag?
Een herhaalde meting: je herhaalt de zelfde meting bij de zelfde groep, maar dan met elke keer 1
jaar er tussen.
Voorbeeld 2: Sociale weerbaarheid
Onderzoek: Experiment naar het effect van een interventie op sociale weerbaarheid van leerlingen
met voormeting, nameting en follow-up.
Herhaalde metingen: voormeting, nameting en follow-up.
Mixed design ANOVA
Zelfde kenmerk wordt meerdere keren gemeten bij meerdere groep. Herhaalde metingen met een tussengroepsfactor.
Herhaalde meting ANOVA
Zelfde kenmerk wordt meerdere keren gemeten bij één groep. Binnensubject factoren.
Waarom is dit een aparte analyse techniek?
Een assumptie van ANOVA en ANCOVA is: onafhankelijke scores. Dat is hier dus niet het geval. Daarom doe je een herhaalde metingen ANOVA.
Onderzoeksdesigns (3)
- Between subject factoren (= tussensubject factoren)
- Within subject factoren (= binnen subject factoren)
- Between subject factoren en within subject factoren
Onderzoeksdesign: Between subject factoren
Is er een verschil tussen groepen op een afhankelijke variabelen?
- eenweg ANOVA met één between factor
- meerweg ANOVA met meer dan één between factor
- (meerweg) ANCOVA met één (of meer) between factoren én een (of meer) covariaat.
→ between subject ANOVA
Onderzoeksdesign: Within subject factoren
Is er bij een groep een verschil tussen meerdere metingen van een afhankelijke variabele?
- herhaalde metingen ANOVA met één within factor
→ within subjects ANOVA of repeated design ANOVA
Onderzoeksdesign: Between en within subject factoren
Is het verschil tussen meerdere metingen van een afhankelijke variabele verschillend voor groepen?
- mixed design ANOVA met één within factor en één between factor
→ within and between factor of mixed design ANOVA
F-ratio formule
variantie tussen de groepen = MSm (M van Model)
————————————— —————————–
variantie binnen de groepen = MSr (R van Residue)
Tussenvariantie
Dat betreft de variantie die we hebben bij de verschillende metingen. Al die metingen leveren gemiddelden op, en die metingen hebben variatie (ze zijn verschillend van elkaar). Die variatie noemen we de tussenvariantie.
Binnenvariantie
Dat je BINNEN elke meting een gemiddelde hebt, maar rondom die meting ook een spreiding hebt. Die spreiding noemen we binnenvariantie.
SS total
SSt totaal = de totale spreiding. Alles rondom het algemene gemiddelden aan spreiding. Die
spreiding is waar we geïnteresseerd zijn, daarvan willen we nagaan of we die spreiding kunnen
toekennen aan de binnen factor, tussenfactor, of wat dan ook.
Spreiding rond persoons-gemiddelden
Spreiding rond persoons-gemiddelden = Alle personen hebben een gemiddelde. Je hebt bij deze
personen meerdere metingen gedaan, is er variatie rondom het persoons-gemiddelden. Die
persoons-gemiddelden zijn niet aan elkaar gelijk, is niet voor ieder persoon het zelfde. Dus spreiding
BINNEN persoonsvariatie.
Spreiding persoons-gemiddelden
Spreiding persoons-gemiddelden: Dat betekent dus (zie tekst hierboven) dat er sprake is van een
spreiding van persoons-gemiddelden. Dus spreiding TUSSEN persoonsvariatie.
Spreiding persoons-gemiddelden VS. Spreiding rond persoons-gemiddelden:
Spreiding persoons-gemiddelden: spreiding TUSSEN persoonsvariatie
Spreiding rond persoons-gemiddelden: spreiding BINNEN persoonsvariatie