Hedendaagse spiritualiteit en ethiek Flashcards

1
Q

levensbeschouwelijke fenomenen beschrijf je aan de hand van

A

mythes, rituelen en symbolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem 3 hedendaagse vormen van zingeving

A
  1. new age/holisme
  2. vóór-Christelijke religies
  3. multiple religious belonging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Holisme streeft naar

A

eenheid en harmonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 aspecten Holisme zijn

A
  1. lichaam en geest is één
  2. mens en natuur zijn één
  3. mens en God zijn één
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 punten van spectrum van spiritualiteit

A
  1. spiritualiteit van beneden
  2. zoektocht naar transcendentie (ietsisme)
  3. belijnde spiritualiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar zit nieuwe spiritualiteit op het spectrum van transcendentie

A

horizontale transcendentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem 4 kenmerken van nieuwe spiritualiteit

A
  1. eigen ervaring centraal
  2. open voor andere tradities
  3. bevrijdend
  4. individueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

belangrijkste verschillen spiritualiteit en religie

A
  • god in je leven (zelf zijn) of direct contact met god niet mogelijk
  • geloven en zelf inzien
    of geloven omdat het zo is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mogelijke reden voor combinatie christendom-boeddhisme

A

wereld verwesterd maar het westen veroosterd (interesse in hun spiritualiteit waar zij interesse hebben in onze christen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neosjamanisme =

A

modern jamanisme, lichte vorm van trance opgewerkt door trommels en rammelaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oxymoron

A

2 woorden met tegengestelde betekenis die verband hebben. combinatie is letterlijktegenstrijdig maar figuurlijk correct (verschrikkelijk goed/oorverdovende stilte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symbiose

A

twee organisme van verschillende soorten die langdurig samenleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

MRB=

A

meervoudige religieuze betrokkenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Holisme streeft naar nieuwe…

A

samenleving en nieuwe tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

new agers streven naar

A

contact maken met innerlijk, goddelijk zelf EN eenheid, evenwicht en harmonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stroming binnen new age is…

A

neopaganisme: wicca, kelten, druïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

new age ziet eenheid tussen

A

mens en god. hij leeft in en buiten de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Chinese geneeswijzen zijn gericht op

A

zelfexpressie
zelfkennis
humanisme
- waardigheid, gelijkheid, zelfstandigheid, vrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

4 pijlers van humanisme zijn

A

waardigheid, gelijkheid, zelfstandigheid en vrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

TCM

A

tradicional, chinese medicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

tijdlijn TCM 1960, 1965, 1980

A

1960= alleen binnenkerkelijke volksdevoties
1965= kritiek op kerkelijke devoties vanuit new age
1980= popularistering van alternative circuits.

22
Q

noem 3 categroieën van alternatieve geneeswijzen

A
  1. bewezen effectiviteit (homoepatie)
  2. Body-mind benaderingen, emotioneel (rebirthing)
  3. onbetrouwbaare geneeswijzen (healing)
23
Q

CAM

A

complementary alternative medicine

24
Q

overtuigingskracht van alternatieve circuit verklaarbaar op 3 factoren.

A
  1. beroep op ervaarbaarheid
  2. beroep op wetenschappelijkheid
  3. beroep op oude tradities
25
Q

holistisch wereldbeeld

A

alles hangt samen en streven naar zelfstandigheid en vrijheid (kenmerk humanisme)

26
Q

noem een holistisch kenmerk aan de pinkstergemeente

A

je wort onderdeel van het Goddelijke

27
Q

noem 5 karakteristieken van de pinkstergemeenschap

A

1.narratieve gemeenschap(glossalie)
2. Genezing en heling(duiveluitdrijving
3. Organisatie
4. geest drift (zintuiging en emotie)
5. regels

28
Q

leg de 3 golven van pinkstergemeente uit

A

1e golf= 1910, armoede, bekering
2e golf= jaren 50, god is liefde
3e golf= neopentecostalisme, minddenklasse, genezing en rijkdom

29
Q

mensbeeld pentecoste

A

er is een god
ieder mens zoekt naar god
mens is vrij, autonoom en authentiek

30
Q

noem gelijkenis tussen pinkstergemeente en humanisme

A

mens is vrij, autonoom en authentiek

31
Q

wat symboliseerd het dopen binnen pinkstergemeente

A

onderdompeling: symboliseertsterven van jezes
bovenkomen, wederopstandig je bent nu kind van god

32
Q

neopaganisme..

A

planten dieren en landschapskenmerken hebben een ziel, wicca en druïden

33
Q

algemene eigenschappen neopaganisme=

A
  • verbondenheid mens en natuur
  • man en vrouw gelijk
  • tolerant tegenover andere spirituele denkbeelden
34
Q

doelen van Druïden

A
  • mensheid redden
  • vergeten erfgoed redden
  • bezig met hier en nu
35
Q

standpunten van heksenkunsten

A
  • Heiligheid van de aardse
  • ieder mens van binnen goddelijk
  • kracht voor wie machteloos is
36
Q

Mensbeeld Druïden

A
  • spirituele wezens geïcarneerd zijn in ruimte en tijd
  • bewust leven
  • mens is onderdeel van natuur
  • bezielde cyclische natuur
37
Q

mensbeel Wicca

A
  • wereld is doortrokken van het goddelijke
  • mens is deel van de natuur (dus goddelijke)
  • Satan bestaat niet
38
Q

verlossing Druïden…

A

een worden met de natuur en zichzelf

39
Q

verlossing Wicca

A

een worden met de goddelijkheid in jezelf

40
Q

wat is OBOD

A

de Orde van de Barden Ovaten en Druïden

41
Q

Barden OBOD

A

hoeders van kennis doormiddel van gedichten en liederen

42
Q

Ovaten OBOD

A

lijnen van het lot ontwarren

43
Q

Druïden OBOD

A

filosofen en rechters binnen de gemeenschap

44
Q

standpunten humanisme 5

A
  1. mens centraal
  2. verbonden met anderen
  3. verbonden met natuur
  4. vrijheid
  5. de mens is redelijk wezen.
45
Q

horizontale transcendentie verwijst naar 3 pijlers

A

relatie (gelijkwaardigheid)
Oriëntatie (bepaalde ideeën en waarden)
het hier en NU)

46
Q

esthetisch=

A

zintuigelijke waarneming

47
Q

humanistisch mensbeeld

A

autonoom, praktisch verstand
normatief, bewust, open onvoltooid

48
Q

normatief

A

wat bepaald hoe iets zo moet zijn wat betreft regels

49
Q

4 beginselen humanisme

A
  1. contextgebonden mensenwerk (zelfverantwoordelijk)
  2. alle mensen als gelijken
  3. autonomie van het ik (vrijheid)
  4. finaliteit van het jij (tegen egoisme)
50
Q

sociabiliteit

A

hoe sociaal en prettig je bent om mee om te gaan

51
Q

sciëntisme

A

geloof in wetenschap

52
Q

mens centraal, verbonden met…(4)

A
  1. anderen
  2. natuur
  3. vrijheid
  4. eigen verstand