Heden, Verleden En Toekomst Flashcards
Algemeen prijspeil
Gemiddeld prijsniveau van het goederenmandje
Algemene prijs van tijd
Prijs van tijd die banken rekenen
Basisjaar
Jaar als beginsituatie wordt genomen bij de berekening van indexcijfers
Bestedingsaandelen
Wegingsfactoren
Consumentenprijsindex (CPI)
Hoogte van het algemeen prijspeil, uitgedrukt in een indexcijfer
Deflatie
Daling van het algemeen prijspeil
Depositorekening
De bankrekening van algemene banken bij de centrale bank
Depositorente
De rente op de depositorekening van algemene banken bij de centrale bank
Goederenmandje
Verzameling producten die representatief zijn voor wat een gemiddeld huishouden koopt
Indexcijfer
Verhoudingsgetal van een waarde in twee verschillende perioden
Individuele prijs van tijd
Ongemak van consumptie uitstel
Inflatie
Stijging van het algemeen prijspeil door de tijd
Intertemporele substitutie
Verschuiving van consumptie over de tijd
Kredietkanaal
Door de rente te verhogen of te verlagen beïnvloedt de ECB de maatschappelijke geldhoeveelheid en daarmee de economische activiteit
Lenen
Vervroegen van consumptie
Marktprijs van tijd
De marktprijs van tijd is de algemene prijs van tijd
Monetair beleid
Beleid van de centrale bank
Partieel prijsindexcijfer
Prijsindexcijfer van een product
Prijsindexcijfer
Prijs omgezet naar een indexcijfer
Rente
Algemene prijs van tijd
Reporente
Het rentepercentage waartegen banken geld kunnen lenen bij de centrale bank
Risico-aversie
De neiging om het zekere voor het onzekere te nemen
Sparen
Uitstellen van consumptie
Stroomgrootheden
Grootheden waarvan de waarde over een bepaalde periode wordt vastgelegd
Vermogensmarkt
Markt waar vraag en aanbod van financieel kapitaal bij elkaar komen
Voorraadgrootheden
Grootheden waarvan de waarde op een bepaald moment wordt bepaald
Wegingsfactoren
Uitgave aan een bepaald product als percentage van de totale uitgaven
Economische levensloop
Ontwikkeling van het inkomen tijdens een mensenleven
Financieel vermogen
Geldelijke bezittingen
Kinderarbeid
Arbeid verricht door minderjarigen
Leerplicht
Verplichting om naar school te gaan
Levenslang leren
Permanente scholing gedurende het arbeidzame leven
Looninkomen
Hoeveel geld die wordt verruild voor arbeid
Menselijk kapitaal
Productiefactor arbeid
Pensioen
Periode in het leven zonder leerplicht en waarin geen betaalde arbeid verricht hoeft te worden
Permanent consumptieniveau
Constante richtlijn voor consumptieniveau gedurende een heel leven
Startsalaris
Salaris bij aanvang van de werkzame periode in het leven
Verdiencapaciteit
Het vermogen om inkomen te genereren
Aanvullend pensioen
Zelfstandig gespaard pensioen bovenop het basispensioen
AOW
Algemene ouderdomswet, wet die het algemene basispensioen regelt
Basispensioen
Pensioen dat de overheid alle Nederlanders betaalt vanaf de pensioengerechtigde leeftijd
Bbp
Waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een jaar
Begrotingssaldo
Het begrotingssaldo kan negatief of positief zijn van de overheid: er is sprake van een financieringstekort of een financieringsoverschot
Beroepsbevolking
Alle mensen tussen 15 en 67 die willen, kunnen en mogen werken
Bruto binnenlands product
Waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een jaar
Financieringsoverschot
Positief begrotingssaldo
Financieringstekort
Negatief saldo van inkomsten en uitgaven van het rijk
Incidentele uitgaven
Overheidsuitgaven die af en toe voorkomen
Kapitaaldekkingsstelsel
Pensioenstelsel waarbij de pensioenuitkeringen gefinancierd worden door opgebouwd kapitaal
Miljoenennota
Samenvatting van de rijksbegroting
Omslagstelsel
Pensioenstelsel waarbij de pensioenuitkeringen gefinancierd worden door belastingen en premieheffing
Parlement
Volksvertegenwoordiging
Parlementaire democratie
Staatsvorm waarbij het land bestuurd wordt door een gekozen parlement
Regeerakkoord
Afspraken op basis waarvan een regering wordt gevormd
Rijksbegroting
Verwachte kosten en opbrengsten van het rijk voor het komende jaar
Staatsobligatie
Schuldpapier uitgegeven door een overheid
Staatsschuld
Schuld van het rijk
Structurele uitgaven
Overheidsuitgaven die jaarlijks terugkomen
Troonrede
Door het staatshoofd uitgesproken rede met daarin de plannen van de regering voor het komende jaar
Uitgestelde belasting
Financieringstekort van de overheid
Volksvertegenwoordiging
Door het volk gekozen mensen die het volk vertegenwoordigen
Waardevast
Een uitkering wordt aangepast aan de inflatie, zodat de koopkracht van de uitkering op peil blijft
Welvaartsvast
Een uitkering stijgt mee met de loonontwikkeling