Hechtpatronen Flashcards
1
Q
Apositie
A
Wondranden bij elkaar brengen, dezelfde lagen raken elkaar
2
Q
Inverterend
A
De wondranden plooien in de wonde, de buitenste lagen raken elkaar. Voor viscera, vertraagde heling. Niet voor huid en bloedvaten.
3
Q
Everterend
A
De wondranden plooien uit de wonde, voor endotheel-endotheelcontacten, verhindert vorming van thrombi. Verhoogt de kans op adhesie, niet voor viscera.
4
Q
Enkelvoudig voor-/nadelen
A
Voordelen:
- juiste apositie
- gelijkmatige spreiding van tractie op wondranden
- betrouwbaar (1 knoop los is niet erg)
Nadelen:
- veel hechtdraad
- irritatie mogelijk door veel knopen
5
Q
Doorlopend voor-/nadelen
A
Voordelen:
- snel
- minder draad
Nadelen:
- samentrekken van weefsel dus minder mooie apositie
- minder betrouwbaar, want maar 1 draad
6
Q
Hechtingen apositie
A
- enkelvoudig: knoop naast incisie, voor huid, SC, fascia, linea alba, enterotomie, intestinale anastomosis, maag, urinair stelsel, bv, zenuwen
- intradermaal enkelvoudig: knopen minder bereikbaar voor dier, minder irritatie aan opp., cosmetisch beter; voor intradermaal sluiten huid; startpositie in diepte en aan zijde van incisie
- kruis: minder knopen maar meer hechting; sneller dan enkelvoudig, voor huid; opletten dat je aan beide zijden beide lussen doorknipt
- verticaal U-punt: far-near-near-far/far-far-near-near; spanning op wondranden verlagen, knoop naast rand
7
Q
Hechtingen doorlopend
A
- gewoon doorlopend: huid, SC, fascia, spier, linea alba, enterotomie, intestinale anastomose, maag, urinair stelsel, baarmoeder, diafragmatische hernia, gastropexie, tracheale anastomose
- intradermaal doorlopend: vermindert tractie op opp, resorbeerbare draad, opletten dat je hechtingen op zelfde diepte plaatst; SC, intradermaal
- doorlopend met achterhalen: veel hechtdraad, duurt langer om te verwijderen, betere apositie, minder kans op loskomen volledige hechting; enkel voor huid
8
Q
Hechtingen inverterend
A
- Lembert: ev of doorlopend, voor sluiten holle organen, niet tot in lumen; punctie loodrecht op incisie; holle organen, fascia, bovenlaag cushing; kan als beursnaad
- cushing: punctie evenwijdig met incisie, doorlopend, niet tot in lumen (indien wel = cornell); holle organen
- utrecht: punctie diagonaal; holle organen, baarmoeder
9
Q
Hechtingen everterend
A
- Horizontale U-punt: ev of doorlopend
10
Q
Bijzondere hechtingen
A
- Beursnaad
- 3-punts hechting thv dermis bij V-, Y of T-vormige incisie