Hdst 10.5 Flashcards

1
Q

Om te weten wat je moet doen bij ongeluk, is het handig om . . . . . Te halen.

A

EHBO-diploma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De oorzaken van ongevallen hebben vaak te maken met (4)

A

1) onwetendheid
2) onvoorzichtigheid
3) onoplettendheid
4) onverschilligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een risico bij baby.

A

Ze stoppen alles in zijn mond om te weten wat het is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem een risico bij peuters.

A

Ze kunnen lopen en gaan op onderzoek uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem een risico bij kleuters en schoolkinderen.

A

Ze spelen en lopen tijdens spelen gemakkelijk op de straat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een risico bij pubers.

A

Ze experimenteren graag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem een risico bij volwassen.

A

Ze komen tijdens werk tegen gevaarlijke stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een risico bij ouderen

A

Ze ruiken minder goed en merkt gaslucht niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat komt bij gedrag?

A

Veel ongevallen onstaan door onveilige situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1)nieuwsgierigheid,leg uit

A

wat zit hier in,wat kun je ermee doen,hoe werkt dit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2)haast en stress

A

Iets snel willen doen,willen opschieten,te veel tegelijk doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3)ontwetendheid en onvoorzichtigheid

A

Niet goed bekend zijn met de risicos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4)Een bepaalde leeftijd

A

Risicos nemen,stoer willen doen(pubers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly