HCO 3-4: ademhalingsstelsel Flashcards

1
Q

Wat doet het uitwendig ademhalingsstelsel?

A

aanvoeren van O2 en afvoeren van CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doet het inwendig ademhalingsstelsel?

A

cel en weefsel ademhaling (= oxidatieve stofwisseling) => verbrandingsprocessen in de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

synoniem kleine bloedsomloop

A

pulmonale bloedsomloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

synoniem grote bloedsomloop

A

systemische bloedsomloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van waar naar waar gaat bloed uit de kleine bloedsomloop?

A

te zuiveren bloed van hart naar longen
gezuiverde bloed van longalveolen naar hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van waar naar waar gaat bloed uit de grote bloedsomloop?

A

brengt zuiver bloed naar alle cellen
onzuiver bloed gaan van cellen naar hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stappen pulmonale bloedsomloop

A

rechter ventrikel - arteria pulmonalis- longcapillairen - venae polmonales- linker atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stappen systemische bloedsomloop

A

linkerventrikel-aorta- weefselcapillairen- vena cava inferior en vena cava superior - rechter atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opsomming bovenste luchtwegen

A

-mondholte
- neusholte/neusbijholte
- keelholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

opsomming onderste luchtwegen

A
  • strottenhoofd
  • luchtpijp
  • luchtpijp-vertakkingen
  • longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functie alveolen

A

gaswisseling tussen lucht en bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

andere ademhalingsorganen (= dode ruimte) = functie

A
  • inademingslucht naar alveolen brengen
  • lucht zuiveren, verwarmen en bevochtigen
  • vormt een deel van het spraakorgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

luchtpijp

A

trachea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

luchtpijpvertakkingen

A

bronchi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken luchtpijp

A

mediaan gelegen
-> vertakt zicht thv 7de halswervels
-> splitsing thv de 4de en 5de borstwervel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

carina trachealis

A

klepje van de splitsing

17
Q

carina trachealis (functie)

A

splitst de inademingslucht

18
Q

naam van de buitenste laag trachea

A

adventina

19
Q

kenmerken buitenste laag trachea

A

los bindweefsel

20
Q

naam middelste laag trachea

A

tunica fibrocartiaginea

21
Q

kenmerken middelste laag trachea (ventraal en dorsaal)

A
  • kraakbeenringen
  • ligamenta annularia
22
Q

kenmerken middelste laag trachea (dorsaal)

A
  • elastisch bindweefsel
  • musculs trachealis
23
Q

naam binnenste laag trachea

A

mucosa

24
Q

kenmerken binnenste laag trachea

A

tweerijig trilhaareptitheel

25
Q

bronchi van groot naar kleinere elementen

A
  1. hoofdbronchiën
  2. kwabbronchiën (2 links en 3 rechts)
  3. 10 segmentbronchiën
  4. bronchiolen ( geen kraakbeenringen, elastisch bindweefsel => behoort tot gladde spieren)
26
Q

onderverdeling van de bronchiolen

A
  • bronchi terminales
  • bronchi respiartorii: alveolen, ductus alveolares, sacus alveolares
27
Q

grenzen van de longen

A
  • apex = longtop = komt boven eerste rib
  • facies mediastinalis
  • facies costalis = laterale wand
  • facies diafragmatica = op het middenrif
28
Q

longvliezen

A
  • parietaal vlies ( ribvlies) = binnenbekleding borstkas
  • pulmonale vlies (longvlies) = zit volledig over de long
29
Q

longhilus (functie)

A

verbindt de longvliezen

30
Q

pleuraruimte (synoniem)

A

cavum pleura

31
Q

pleuraruimte (functie)

A

schijdt vliezen van elkaar
-> bevat vloeistof zodat viezen kunnen schuiven ten opzichte van elkaar

32
Q

wervelkolom (synoniem)

A

columna vertebrales

33
Q

onderverdeling van de wervelkolom

A
  • 7 vertebrae cervicales
  • 12 vertebrae thoracales
  • 5 vertebrae lumbales
  • 5 vertebrae cacrales
  • 3 vertebrae coccygae
34
Q

discus intervertebralis (synoniem)

A

tussenwervelschijf

35
Q

discus intervertebralis (functie)

A
  • wervelkolom buigbaar maken
  • zorgt ervoor dat wervelkolom in zijn geheel buigbaar is
36
Q

thoracale en sacrale kyphose

A

convex naar achter = bolle rug

37
Q

cervicale en lumbale lordose

A

convex naar voor = holle rug