HCO 1-2: spieren Flashcards
Definitie van een spier
contractiele organen die zich samentrekken of ontspannen wanneer zenuwen geprikkeld worden
Wat doet een spier?
- lichaamsbeweging
- houding: staan, liggen, zitten
- organen op zijn plaats houden
gladde spieren (voorbeelden)
spieren van het vegetatieve stelsel
= maag, darmen, lever, galblaas…
gladde spieren (kenmerken)
- onwillekeurig
- werken langzamer
- minder snel vermoeid: onuitputbaar
dwarsgestreepte spieren (voorbeelden)
spieren van het beenderstelsel
= skeletspieren
dwarsgestreepte spieren (kenmerken)
- willekeurig
- werken snel
- vlug vermoeid: overbelasting (=verzuring van spieren)
hartspieren (kenmerken)
- onwillekeurig
beginplaats
origo => proximaal
= dichter naar het lichaam toe
aanhechtingsplaats
insertio => distaal
= verder van het lichaam weg
contractie
wanneer origo en insertio naar elkaar toe bewegen wanneer spieren samentrekken
synergisten
groep spieren die samenwerkt en stabiliseert
antagonisten
spieren die een tegengestelde beweging veroorzaken
willekeurige beweging
bewust bevel van de hersenschors
corticale controle
bij bewegingsmoeilijkheden neemt de hersenschors het over
vb: wanneer je struikelt
dwarsgestreepte spier (prikkelbaarheid)
prikkelbaarheid: zenuwimpuls is afkomstig van een motorisch neuron