HC9 en 10 Flashcards
sociale cohesie
samenhang, verbinding, solidariteit en afwezigheid van conflict in de samenleving
- sociale orde
onderscheid in 3 componenten
- personal network
- organizational
- intergroup
ongericht netwerk
binding gaat van A-B en van B-A
- trouwen, LinkedIn
gericht netwerk
binding gaat van A-B maar niet terug
nodes
actoren
edges
pijlen
dyade
een paar (2) actoren en iedere mogelijke relatie tussen die twee
- hoeft helemaal geen relatie te zijn. kan ook dat ze allebei met mij verbonden zijn, maar niet met elkaar
wederkerig
beide noemen het een vriend
asymmetrisch
niet beide noemen het een vriend
- ik zie het als een vriend, maar zij niet
indegree
aantal relaties wat binnenkomt
- hoeveel mensen zien jou als vriend
- pijltjes naar binnen toe
outdegree
aantal uitgaande relaties
- hoeveel mensen zie jij als vriend
- pijltjes naar buiten toe
similair
kenmerken die overeenkomen
negatieve bindingen
wie mag je niet. naast wie je liever niet zit in de klas
sterke binding
3 voorwaarden
- emotionele verbondenheid
- frequentie (mensen zien elkaar veel), hoeft niet fysiek
- wederkerigheid, zien elkaar als vrienden
zwakke binding
meer oppervlakkig, instrumentaal
- kennissen, buren, collega’s, studiegenoten enz
bonding
verbinding/relatie tussen mensen in dezelfde gemeenschap
- komt vaker voor dan bridging
bridging
verbinding/relatie tussen mensen uit een andere gemeenschap
- andere groepjes, meer vriendengroepen, groepjes binnen klas
gericht netwerk
N(N-1)
ongericht netwerk
N(N-1)/2
transiviteit
3 actoren zijn met elkaar verbonden
ontmoetingskans
als persoon 2 goed bevriend is met 1 en 3, hebben die twee ook een grote kans elkaar te ontmoeten
homophily
vormt eerder een relatie met mensen die op je lijken
structurele balans
oncomfortabel als 2 vrienden het niet goed met elkaar kunnen vinden (negatieve relatie) mensen hebben de incentive om te streven naar gebalanceerde relaties
bonding
meer je eigen kliekje en zijn sterke bindingen
bridging
andere groepen zijn zwakkere bindingen
coleman
sociaal kapitaal zit ingebed in dichte sociale netwerken
granovetter
zegt juist dat sociaal kapitaal veel in zwakke bindingen zit
burt
breid idee van granoletter uit -> sociaal kapitaal is te vinden in het opvullen van structural holes
structural holes
als binnen een groep/gemeenschap weinig verbindingen bestaan
broker
persoon die het gat opvult. en in een strategische voordelig positie zit
flap
sociaal kapitaal zit in sterke bindingen
putman -> loss of community hypothese
zag over de tijd heen dat mensen steeds minder waren ingebed in organisatorische cohesie
intergroup cohesie
groepsbonding -> segregatie
sociale desorganisatie
crimineel gedrag
misdaad
uitkomst kosten/baten analyse