HC8: Schouderanatomie Flashcards

1
Q

welke 3 stabiliteits issues heeft de schouder?

A
  • Benige architectuur
  • Kapsel en banden
  • Spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke benige structuren bevinden zich in de schoudergordel?

A

De twee belangrijkste structuren in de schoudergordel zijn de clavicula en de scapula. Ook het sternum en het acromion bevinden zich in de schoudergordel.
Deze benige structuren passen niet goed in elkaar. De humerus kop en de cavitas glenoidalis vormen het schoudergewricht, deze passen niet heel goed in elkaar.
De humerus bestaat uit het caput, tuberculus major en minor, met daartussen in de sulcus intertubercularis. Ook heb je 2 verschillende nekstructuren: de collum anatomicum en de collum chirurgicum.
De larum gleoindalis is een kraakbeenstructuur die zich bevindt in de cavitas glenoidalis. Hierdoor past de humeruskop beter in de kom. Het voordeel hiervan is dat er meer bewegelijkheid ontstaat en dat er een betere congruentie is van de kop-kom, waardoor er meer stabiliteit ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 4 ligamenten bevinden zich in de schouder?

A
De ligamenten in de schouder zijn relatief dun. De 4 ligamenten zijn:
•	Ligamentum glenohumerale: 
•	Ligamentum coracoclaviculare
•	Ligamentum acromioclaviculare
•	Ligamentum transversum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in welke 3 groepen zijn de spieren van de schouder op te delen?

A

3 grote groepen:

  1. Romp -> schouder
  2. Schouder -> arm
  3. Romp -> arm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke spieren gaan er van de romp naar het schouderblad?

A
  • m. trapezius
  • m. serratus anterior
  • m. rhomboideus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke spieren gaan van de schouder naar de arm (rotator cuff)?

A

• m. supraspinatus (bovenop spina)
• m. infraspinatus (onder supraspinatus)
• m. teres minor (onder infraspinatus)
• m. subscapularis (anterior)
De voornaamste functie van deze spieren is voornamelijk stabiliteit. Het houdt de kop bij de kom bij bewegingen waar de kop wegdraait bij de kom, zoals gooien.
ook de m. deltoideus gaat van de schouder naar de arm, maar deze bevindt zich niet in de rotator cuff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke spieren gaan van de romp naar de schouder?

A
  • m. latissimus dorsi

* m. pectoralis major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m. trapezius

A
  • Origo: wervelkolom
  • Insertie: spina scapulae
  • Functie: heffen en omlaag brengen, naar achter trekken en het naar buiten draaien van het schouderblad + isolatie schouderbladen tegen de romp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

m. serratus anterior

A
  • Origo: rib 1-9
  • Insertie: margo medialis scapulae
  • Functie: scapula op zijn plek houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

m. rhomboideus

A
  • Origo: proc. Spinosi c6-th4
  • Insertie: margo medialis scapulae
  • Functie: scapula op zijn plek houden, naar elkaar bewegen schouderbladen, kantelen, optrekken en binnendraaien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

m. deltoideus

A
  • Origo: pars clavicularis, pars acromialis, pars spinalis
  • Insertie: tuberositas deltoidea van de humerus
  • Functie: bewegelijkheid: abductie van de arm, anteflexie en retroflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe wordt de schouder geïnnerveerd?

A

De schouder wordt geïnnerveerd door de plexus brachialis.
De fasciculi zijn de uitlopers van de plexus brachialis die langs de a. brachialis lopen. Vanuit de fasciculi komen oa. de medianus, radialis en ulnaris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly