HC6: Metastaseringspatroon van 3 relevante ziektebeelden Flashcards

1
Q

Wat is een hamartoom?

A

stukje long waarin alles door elkaar zit (vet, kraakbeen, bloedvaten en bindweefsel), meestal goedaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zit voornamelijk de tumor bij rokers?

A

Voornamelijk in bronchus: metaplasie van cilindrisch epitheel naar plaveiselcelepihteel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar bevinden zich adenocarcinomen in de long bij rokers?

A

in de diepere luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke mutaties in adenocarcinoom van longen bij rokers?

A

K-RAS mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke mutaties in adenocarcinoom bij niet-rokers?

A

EGFR-mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn SCLC?

A

Small Cellular lung carcinoma = hooggradig neuroendocrine carcinoom, hiervan is >98% roker en is erg agressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarmee begint meestal een sporadische coloncarcinoom?

A

met een somatische APC mutatie (B-catenine naar kern en txn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 types binnen de colontumoren

A
  1. Adenomateus (APC) –> FAP
  2. Serrated (KRAS en BRAF)
  3. Microsatelliet instabiel (germline) –> lynch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke mutatie invloed op behandeling met cetuximab?

A

K-RAS mutatie: reageren niet goed op cetuximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn cvoorloperstadia van mamma carcinoom?

A

LCIS en DCIS (lobulair en ductal carcinoma in situ)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 typen carcinomen bij mamma-carcinoom?

A

hormoon-r

a) oestrogeen-r positief, HER2 negatief
b) HER2 positief
c) oestrogeen-r negatief, HER2 negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke hormoon-r treffen we het meeste aan bij mammacarcinoom?

A

oestrogeen + en her2 negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een belangrijke marker voor verschil tussen lobulair en ductulair?

A

E-cadherine: deze is niet aanwezig in lobulaire vorm en wel in de ductulaire vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar voornamelijk mamma carcinomen?

A

Laterale zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk mutaties gelinkt aan hormoon-R?

A

BRCA2: ER+, HER2-
TP53: HER2+
BRCA1: ER-, HER2-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vorm heeft de slechtste prognose?

A

ER negatieve vorm