HC.5: Ethische dilemma's orgaandonaties Flashcards
Soorten orgaandonaties
DBD
DCD
Levend, vooral nieren, beperkt lever(kwab), long(kwab)
DBD
Donor after brain death: hersen dood
–> Vaststelling dood d.m.v. hersendoodprotocol
DCD
Donor after cardiac death: hartdood
–> Dood vastgesteld aan de hand van cardiopulmonaire criteria, doorgaans na stopzetten beademing
Dead donor rule
Binnen de transplantatiegeneeskunde bestaat een spanning tussen mensen die organen hebben en mensen die ze nodig hebben. Daarom is er de ‘dead donor rule’:
- Mensen mogen niet gedood worden om hun organen
- Organen mogen alleen na de dood verwijderd worden
Basis voor vertrouwen in systeem van orgaandonatie
Hersendood
Volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde merg
Verschillende morele principies
Weldoen: zoveel mogelijk mensen redden met een transplantatie
Geen schade aanrichten: geen gezondheidsschade veroorzaken
Zelfbeschikkingsrecht: alleen organen uitnemen na toestemming
Rechtvaardigheid: eerlijke en transparante verdeling organen
Gelijkheid: iedereen heeft evenveel recht een orgaan te ontvangen
Principes kunnen op gespannen voet staan met elkaar
Levende donatie
Meeste niertransplantaties zijn met levende donoren. Brengt schade toe aan gezond iemand