HC3 Klinische optometrie Flashcards
1
Q
Wanneer onderzoek je de sinussen?
A
hoofdpijn klachten
2
Q
Wanneer onderzoek je de lymfeklieren?
A
bij een rood oog
3
Q
Sinusitis
A
Ontstoken slijmvliezen
4
Q
Chronische sinusitis symptomen?
A
- chronische hoofdpijn
- loopneus
- gezwollen oogleden
- last met lezen
- lichtgevoelig
5
Q
Acuut sinusitis symptomen?
A
- pijn
- bukpijn
- verstopte neus
- verminderde reuk
- bloedneuzen
6
Q
Sinus frontalis pijn?
A
frontale pijn
7
Q
Sinus maxillaris pijn?
A
Kaak/ tanden
8
Q
Sinus ethmoidalis pijn?
A
neuswortels
9
Q
Preseptale cellulitis symptomen?
A
- dik gezwollen ooglid
- gevoelig oog
- roodheid
10
Q
Orbitale cellulitis?
A
- dik gezwollen ooglid
- pijn
- diplopie
- wazig zien
- beperkte motiliteit
- pijnlijke oogbeweging
- optische neuropathie
11
Q
Met wat voor onderzoek beoordeel je de sinussen?
A
- lampje
- kloppen
12
Q
De lymfe zijn voelbaar en pijnlijk/gevoelig?
A
- virale infectie
- ernstige bacteriële infectie
13
Q
De lymfe zijn wel voelbaar niet pijnlijk/gevoelig?
A
- allergie
- RIP
- Reuma
14
Q
Welke spier moet je neutraliseren bij het meten van de ooglid functie?
A
m. frontalis
15
Q
LA?
A
Lid apeture lidspleethoogte