HC.2: Stille icterus

Question 1

opstellen differentiaal diagnose

Answer 1

epidemiologie
- patiënt karakteristieken
- risicofactoren
context
- voorgeschiedenis
- familie geschiedenis
aanvullend onderzoek
- bloedonderzoek
- beeldvorming

Question 2

differentiaaldiagnose van cholestase

Answer 2

extrahepatische oorzaak – probleem met galuitscheiding
- steen
- strictuur
- tumor
intrahepatische oorzaak – probleem met galvorming
- auto-immuun
- medicatie / alcohol
- virussen
- genetisch

Question 3

differentiaaldiagnose stille icterus

Answer 3

voornamelijk maligniteiten
- HCC
- cholangiocarcinoom
- levermetastasen
- lymfadenopathie
- galblaascarcinoom
- duodenumcarcinoom
- papil van Vater carcinoom
- pancreaskopcarcinoom

Question 4

incidentie van maligniteiten – per 100.000

Answer 4

levermetastasen; 5-100
pancreaskopcarcinoom; 13,5
hepatocellulair carcinoom; 2,9-3,7 – HCC komt voornamelijk voor bij levercirrose
cholangiocarcinoom; 0,35-2,0
papil van Vater carcinoom; 0,4-1
duodenumcarcinoom; minder dan 1
incidentie neemt toe met de leeftijd

Question 5

diagnostisch plan cholestase

Answer 5

cholestase – echo of CT-scan
- obstructie – verdere work-up
- geen obstructie
– hoge verdenking op obstructie – MRCP of EUS
– geen hoge verdenking op obstructie – aanvullend bloedonderzoek naar onderliggende leverziekte – eventueel leverbiopt

Question 6

diffuus gezwollen pancreas

Answer 6

maligniteit of andere diagnose overwegen
2,6 procent van de pancreaticoduodenectomieen voor pancreascarcinoom blijkt auto-immuun pancreatitis te zijn

Question 7

vervolgstappen verdenking pancreascarcinoom

Answer 7

verkrijgen van weefsel uit de pancreaskop
cholestase behandelen
multidisciplinaire bespreking t.a.v. behandeling

Question 8

behandeling cholestase

Answer 8

percutane behandeling - PTC
endoscopische behandeling - ERCP

Question 9

indeling pancreascarcinoom

Answer 9

borderline resectabel – 10-20 procent
LAPC – 30 procent
- vaatbetrokkenheid van belang
gemetastaseerd – 50 procent

Question 10

behandeling pancreascarcinoom

Answer 10

chemotherapie
- mediane overleving verdubbelt
chirurgie
- slechts 10-20 procent krijgt een operatie
- zelfs na een operatie is 80 procent na 5 jaar overleden
palliatieve chemotherapie

Question 11

behandeling gastric-outlet obstruction

Answer 11

chirurgische GJ
duodenum stent
endoscopische GJ