HC.2 Neuronen en Glia Flashcards
Waaruit bestaat een neuron?
- Dendrieten
- Een soma
- Een axon
- Zenuweindiging/Bouton de passage
- Een synaps
- Een axonheuvel
Wat wordt er gemaakt in een axonheuvel?
Neurotransmitters
Wat is een soma?
Cellichaam.
Wat bevat een zenuweindiging?
Neurotransmitter in vesiculi, genaamd een synapsblaasje.
Wat vormen het receptief oppervlak?
De dendrieten en het soma.
Wat gebeurd er bij een chemische neuron?
Een elektrische prikkel wordt in de synaps vertaald naar een chemische prikkel, de neurotransmitter.
Wat breekt de lokale actiepotentiaal en waardoor?
Een lokale verdoving, omdat het ingrijpt op het synaptische systeem.
Wat komt er ook veel voor in het zenuwstelsel?
Gliacellen –> steuncellen die kunnen delen (tumoren zijn gliacellen in het zenuwstelsel) + meer dan neuronen. Ze controleren interne milieu.
Waar is de gliacel een verzamelnaam voor?
- Oligodendrocyten
- Astrocyten
- Schwanncellen
- Microglia
- Ependymcellen
- Satelliet cellen
Welke gliacellen komen voor in het CNS?
- Oligodendrocyten
- Astrocyten
- Microglia
- Ependymcellen
Welke gliacellen komen voor in het PNS?
- Schwanncellen
- Satelliet cellen
Wat doen Oligodendrocyten?
Maken myelineschede.
Wat doen Schwanncellen?
Maken myelineschede.
Wat is het verschil tussen Oligodendrocyten en Schwanncellen?
Oligo in CNS en Schwann in PNS.
Wat doen Astrocyten?
Vormen bloed-hersenbarrière.