HC.1 Organisatie Zenuwstelsel Flashcards
Wat is het autonome zenuwstelsel?
Het regelt vooral de functies en processen waar je je niet bewust van bent, zoals ademhalen en hartslag.
Wat is het somatische zenuwstelsel?
Het regelt de functies waar we wel controle over hebben.
Wat zijn het somatische en autonome zenuwstelsel in de periferie?
Gescheiden.
Wat is sensibel?
De input, dus warmte, druk, etc. naar de hersenen toe.
Wat is motorisch?
De output, dus bewegingen, van de hersenen af.
Waaruit bestaat het CNS (centraal zenuwstelsel)?
De hersen + ruggenmerg + netvlies.
Waaruit bestaat het PNS (perifeer zenuwstelsel)?
Zenuwen naar dermatoom, lichaamsdeel aangestuurd door een bepaalde zenuw.
Componenten: perifere delen van spinale en hersenzenuwen. Receptoren. Perifere ganglia.
Wat omgeeft het CNS?
Hersenvlies.
Wat is een zenuw?
Uitloper van cellen.
Wat is het autonome zenuwstelsel?
Functioneel aparte delen van CNS en PNS.
Wat zorgt voor deling en specialisatie tot de rest van de hersenen in embryo?
De wand van de neurale buis.
Waaruit ontstaan de hersenen?
- Telencephalon
- Dienchephalon
- Mesencephalon
- Metencephalon
- Myelencephalon
Wat ontstaat uit de Telencephalon?
Cerebrum + subcorticale kernen.
Wat ontstaat uit de Dienchephalon?
(Hypo-)thalamus.
Wat ontstaat uit de Mesencephalon?
Middenhersenen.
Wat ontstaat uit de Metencephalon?
Cerebellum (kleine hersenen) & pons (brug).