HC2 - Het kritisch rationalisme van Karl Popper Flashcards
1
Q
Belangrijkste kritiek van Popper op het standaardbeeld
A
- Kritiek op logisch empirisme.
- Feilbaarheid van wetenschappelijke kennis —> kritisch op het idee dat wetenschappelijke kennis onfeilbaar is.
- Fundamenteel verschil tussen kritisch en dogmatisch denken.
- Theoriegeladen waarneming —> waarneming is niet onbevooroordeeld, iedere vorm van waarneming werd gestuurd door theorieen en vooronderstellingen.
- Groei van kennis: via ‘trial and error’ —> Doet niets af aan het ideaal van objectiviteit, maar wil niet zeggen dat datgene wat wetenschappers voortbrengen ook daadwerkelijk de waarheid is.
- Demarcatie van ‘pseudo-wetenschap’ en ideologie.
- Geen ‘rockbottom of knowledge’ —> Basaal fundament van kennis; wetmatigheden die fundamenteel zijn voor alle wetenschap. Wetenschappers zouden voortdurend op zoek moeten gaan naar de feilbaarheid van kennis, om zo dichterbij de warheid te komen.
- Objectieve kennis is kennis die onder kritiek gesteld kan worden (corroboratiegraad) —> Idee dat je wetmatigheden kunt toetsen, hoe vaker dat gebeurt hoe harder die kennis wordt. Kennis die niet onder kritiek gesteld kan worden is geen wetenschappelijke kennis; dat is ideologie omdat een autoriteit zegt dat het waar is.
2
Q
Popper
A
(Systemen van) uitspraken die aanspraak willen maken op de kwalificatie ‘wetenschappelijk’ moeten toetsbaar, en in het bijzonder falsifieerbaar zijn.
3
Q
Demarcatiecriterium
A
Een criterium om te onderscheiden tussen wetenschap en pseudowetenschap.
4
Q
Falsificatiecriterium uitgangspunt
A
Een hypothese of theorie is wetenschappelijk als zij weerlegbaar of falsifieerbaar is. Observaties moeten in strijd kunnen zijn met de theorie.
5
Q
Falsificatie
A
Criteria voor aanvaarding of verwerping
6
Q
Corroboratiegraad
A
Zijn er pogingen gedaan om aan te tonen dat de theorie niet klopt? De theorie wordt beter naarmate er vaker op zoek is gegaan naar de onwaarheid.