HC.2: Hart en bloedvaten Flashcards
Vaattypen
Arterien
Capillairen
Venen
Opbouw vaatwand
Tunica intima
Tunica media
Tunica adventitia
Tunica intima
Endotheelcellen
Subendotheliale laag
- Gladde spiercellen + vezels
Lamina elastica interna
Tunica media
Gladde spiercellen
- Circulair gerangschikt
Elastische lamellae/vezels
- Wisselende hoeveelheden
Geen fibroblasten
- Extracellulaire vezels afkomstig van gladde spiercellen
Lamina elastica externa
Tunica adventitia
Bindweefsel
- Vooral collagene vezels: longitudinaal
Vasa vasorum
- Voorzien de grotere vaten van bloed t/m buitenste deel media
Nervi vascularis
- Betrokken bij vasoconstrictie en dilatatie
Arteriën
Elastische arteriën
- Grote arteriën, bv. aorta
Musculeuze arteriën
- Middelgrote arteriën; meeste benoemd arteriën in het lichaam
Arteriolen
- Media 1-3 spierlagen dik
Capillairen
4-10 um diameter
90% van vasculatuur
100.000 km lengte
5000 m^2
Type capillairen
Type afhankelijk van waar in het lichaam
- Gefenestreed in nier en lever –> filtratie
- Impermeable bij hersenen –> bloed-hersenbarrière
Venen
Postcapillaire venule: lijken op capillairen
Medium-sized venen
Grote venen
Alle venen hebben relatief groot lumen in relatie tot vaatwanddikte
Lymfevat
Dunwandig
Voeren overtollig vocht uit weefsel af
Histologisch niet te onderscheiden van venen
Eindigen in ductus thoracicus en rechter ductus lymphaticus
Arteriosclerose
Verharding van de vaatwand
Excentrische arteriosclerose
Verharding in deel van de vaatwand
–> Atherosclerose
Concentrische arteriosclerose
Verharding in de gehele vaatwand
–> Monckebergse media sclerose
Risicofactoren artherosclerose
Genetisch
Leeftijd
Geslacht
Hyperlipidaemie
Hypertensie
Roken
Diabetes mellitus
Aneurysma
Verwijding van een slagader