HC2 - Functionele spiermorfologie II Flashcards
Epi-, peri-, endomysium
Bindweefselstructuren, omhulsels collageendraden
Aponeurose
Brede peesplaat waarop spiervezels aanhechten; 1 spier heeft meerdere aponeuroses, te benoemen op locatie (bijvoorbeeld superficialis) of op richting (bijvoorbeeld proximaal)
Pees
Buiten spierbuik gelegen. Verbindt spier aan skelet; vaak aangenomen dat deze niet rekbaar is. Echter, is dit wel het geval; de pees is dus wel rekbaar
Belangrijke factoren die bepalend zijn voor de kracht die een spiervezel/spier kan leveren zijn:
- Lengte van een spier
- Contractiesnelheid
- Mate van activatie (aantal motor
units en frequentiepulsen) - Metabole status (ATP en
creatinefosfaat beschikbaarheid) - Temperatuur
Pees en aponeurose
Bindweefselstructuren die vervormen wanneer je er kracht op uitoefent - elastisch - tenzij bij schade, dan verliezen ze de elastische eigenschappen
Taken voor spier-pees-complex
- Overdragen van kracht
- Vergroten lengte-kracht bereik
(actieve slack tot optimum) - Verschuiven van optimum (langere
lengtes)
Pees stijver maken
Per verlenging zal de kracht in de spier toenemen omdat de pees minder mee rekt. De lengteverandering zal met name plaatsvinden in de spierbuik, dus zal hier ook de kracht sneller toenemen. Op het optimum heb je dan een kortere pees dus verschuift dit optimum naar links (de totale lengte is korter) —> Dus: slack blijft gelijk; optimum naar links, Fmax blijft gelijk, range wordt kleiner; eigenschappen spierbuik zijn niet veranderd
Passieve eigenschappen, Pees stijver maken
Slack blijft gelijk maar bij dezelfde weerstand rekt de pees minder mee, de helling wordt steiler (meer naar links)
Pees langer maken
Toename in slacklengte, deze verschuift naar rechts met de toename in peeslengte. Wanneer je kracht uitoefent zorgt een 2x zo lange lengte ook voor 2x zoveel rek. De kracht in de spierbuik verandert niet, maar met een toename in kracht rekt de pees meer, dus zal het optimum van de curve zich (verder naar rechts verplaatsen —> Dus: slack naar rechts, optimum (verder) naar rechts, Fmax blijft gelijk, range wordt groter
Passieve eigenschappen, Pees langer maken
Minder stijfheid dus bij een gegeven kracht is er meer uitrekking. De slacklengte is weer naar rechts verschoven en de curve is minder steil
Hoe de pees bepaald hoe een spier-pees-complex zich gedraagt als functie van kracht en lengte is afhankelijk van:
- Dikte van de pees: hoeveelheid
weerstand - Lengte van de pees: L0 en mate van
rek bij kracht - Materiaaleigenschappen: collageen
type III is minder stijf dan type I; III
repareert een beschadiging en geeft
dus verandering is stijfheid.
Waardoor wordt spierkracht mede door bepaald?
1) Het aantal motor-units dat wordt
geactiveerd
2 ) Het type motor-unit dat wordt
geactiveerd
3) De activatiefrequentie
4) Verkortingssnelheid van de
sacromeren
Motor-units
Motor neuro + vezels —> spiervezels worden geactiveerd langs motorneuronen
Cross-bridge cyclus
Calcium zorgt ervoor dat het tropomyosinemolecuul verplaatst en dat de binding van de myosinekop met actine kan plaatsvinden. Omklappen zelf gebeurt onder invloed van ATP; als hier veel van aanwezig is worden er ook veel bridges gemaakt en dus meer kracht geleverd. Hoeveel ATP er nodig is, is afhankelijk van het type myosine. Een langzame vezel kan meer kracht genereren met maar 1 ATP. Als de calciumconcentratie hoog blijft worden er meer pulsen verstuurd en kan er (gefuseerde) tetanische contractie ontstaan.
Effect van snelheid op kracht
Het verkorten van een spier gaat gepaard met een toename in snelheid. Met een toename in snelheid daalt de kracht. Er is minder tijd om crossbridges te vormen en deze kunnen minder kracht uitoefenen op actine