HC1 - Intro Flashcards

1
Q

Hippocrates

A

Hoofdletsel gaat gepaard met hemiparese (verlamming) aan de andere kant van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Plato

A

Lokalisering van delen van de ziel in verschillende delen van de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heophilus

A

Lokalisering van intelligentie in de ventrikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Galen

A

Zag de gevolgen van laesies in lichaam en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Descartes

A

Pijnappelklier verzorgt de interactie tussen lichaam en geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gall

A

Frenologie: gebieden die vaak worden gebruikt zijn groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Penfield

A

Homunculus; hersenoperaties (stimulatie van de hersenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Connectionisme

A
  • Low level functies (sensorisch/motorisch) zijn sterk gelokaliseerd
  • Higher level functies (geheugen/taal) zijn resultaat van connectie tussen hersengebieden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Delen van het brein

A

1) Telencephalon
2) DIencephalon
3) Mesencephalon
4) Metencephalon
5) Myelencephalon
6) Ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1) Telencephalon

A
  • Neocortex
  • Basale ganglia
  • Limbisch systeem
  • Laterale ventrikels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neocortex

A

Hogere functies als:
- Waarneming
- Taal
- Redeneren
- Abstract denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Basale ganglia

A
  • Controle en intensiteit van vrijwillige beweging
  • Simpele leerprocessen
  • Doelgericht gedrag
  • Flexibiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Limbisch systeem

A
  • Zelfregulerend gedrag
  • Episodisch geheugen
  • Ruimtelijk en sociaal gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Episodisch geheugen

A

Geheugen voor persoonlijke gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Laterale ventrikels

A

Hersenvocht productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2) Diencephalon

A
  • Thalamus
  • Hypothalamus
  • Pijnappelklier
  • Derde ventrikel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Thalamus

A
  • Motoriek
  • Geeft info van kleine hersenen en basale ganglia door aan hersenschors
18
Q

Hypothalamus

A
  • Temperatuurregulatie
  • Honger- en dorstgevoel
  • Dag- en nachtritme
  • Emotioneel gedrag
  • Geheugen
19
Q

Derde ventrikel

A

Hersenvocht uit de laterale ventrikels komt hier aan en gaat via het cerebrale aquaduct naar de vierde ventrikel

20
Q

Pijnappelklier

A

Productie van melatonine

21
Q

3) Mesencephalon

A
  • Tectum
  • Tegmentum
  • Cerebrale aquaduct
22
Q

Tectum

A
  • Visuele integratie
  • Oogbewegingen
  • Auditieve functies
23
Q

Tegmentum

A
  • Reflex-reacties
  • Voorkomt ongewenste bewegingen
24
Q

Cerebrale aquaduct

A

Hierdoor stroomt het hersenvocht van de derde naar de vierde ventrikel

25
4) Metencephalon
- Cerebellum - Pons - Vierde ventrikel
26
Cerebellum
- Coördinatie van bewegingen - Reflex - Taal - Aandacht en emotie - Houding
27
Pons
- Verzorgt het contact tussen de kleine en grote hersenen
28
Vierde ventrikel
Hierdoor ontsnapt het hersenvocht naar de ruimte tussen hersenen en schedel. Het hersenvocht zorgt voor de toevoer van voedingstoffen en afvoer van afvalstoffen
29
5) Myelencephalon
- Medulla oblongata
30
Medulla oblongata
- Vrijwillige en onvrijwillige functies - Hartslag - Bloeddruk
31
6) Ruggenmerg
- Geeft berichten door van je lichaam naar je hersenen en andersom
32
Breinsecties
1) Horizontaal 2) Sagittaal 3) Frontaal/coronaal
33
Horizontale sectie
Je kijkt van boven af naar het brein. (pannenkoek)
34
Sagittaal
Je kijkt van de zijkant naar het brein ( Bloemkool)
35
Frontaal/coronaal
Je kunt van voren naar het brein (de snede is als een kroon)
36
Dorsaal
Bovenste helft van het brein
37
Ventraal
Onderste helft van het breinV
38
Anterieur
Voorste helft van het brein
39
Posterieur
Achterste helft van het brein
40
Gebied van Broca
- Taalproductie - Bij afasie: moeite om te gaan praten, korte zinnen - Frontaalkwab
41
Gebied van Wernicke
- Taalbegrip - Bij afasie: moeite met anderen begrijpen, onlogische zinnen. - Temporaalkwab