HC.1 INLEIDING THEMA Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er als het ST segment verandert?

A

Zuurstoftekort in de hartspier
Opgetrokken ST segment: ST elevatie hartinfarct: zuurstoftekort –> afsterven van hartspiercellen –> elektrische potentiaal in de myocardcellen veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is troponine?

A

Hartspierstoffen die betrokken zijn bij het samenknijpen van hartspiercellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zijn hartspiercellen met elkaar verbonden?

A

Hartspiercellen zijn in een keten heel sterk, die ketens zijn verbonden door troponines. Bij zuurstoftekort gaan die ketens kapot en komen de troponines vrij, daardoor verlies je ook letterlijk spierkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een maat voor hoe veel hartspierschade er is?

A

Hoe veel troponine je in je bloed hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is myocardischemie?

A

Verminderde toevoer van bloed, waardoor een zuurstoftekort van het hart ontstaat. Dit kan leiden tot een hartinfarct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de biomarkers?

A

Deze zijn er om myocardschade mee aan te tonen:
Veel T-troponine (verhoogd bij 30 min tot 1 uur) en creatinefosfokinase (CPK: verhoogd bij ong 6 uur) in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is coronair angiografie (hartkatheterisatie)?

A

Met een katheder contrast spuiten in de kransslagader, op deze manier kan er worden gezien of de doorbloeding van de kransslagader goed is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de behandeling van myocardinfarct?

A

Hartkatheterisatie van de ramus descendens anterior. a. coronaria sinistra (linker kransslagader) wordt open gemaakt en er wordt een stent in geplaatst, vervolgens is het bloedvat weer open.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van myocardinfarct?

A

Hartkatheterisatie van de ramus descendens anterior. a. coronaria sinistra (linker kransslagader) wordt open gemaakt en er wordt een stent in geplaatst, vervolgens is het bloedvat weer open.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is dyspneu?

A

Kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is tachypneu?

A

Versnelde ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is acute/directe mitraalklepinsufficiëntie ?

A

Kan worden veroorzaakt door kapotte papillairspieren, de klep kan dan voor een groot deel niet samenknijpen waardoor bloed terug lekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zit de mitralisklep?

A

Tussen linker kamer (ventrikel) en linker boezem (atrium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is het drukverloop tijdens de hartcyclus

A

Linker hartkamer bouwt de druk op net zo lang tot de aortaklep open gaat omdat de druk in de linker hartkamer hoger wordt dan de druk in de aorta (bloeddruk). Aortaklep gaat open op bloed wordt naar buiten geblazen, tot de druk weer 0 is dan kan het bloed van de linker boezem naar de linker hartkamer omdat daar weer een drukverschil is van 5/0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een stenose?

A

Een vernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is indufficiëntie?

A

Een lekkage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar helpt het medicijn dobutamine voor?

A

Om knijpkracht van een hart te verbeteren

18
Q

Waar wordt de intra-aortale ballonpomp voor gegeven?

A

Behandeling dalende bloeddruk, deze pomp wordt via de lies ingebracht in de aorta.

19
Q

Hoe werkt de intra-aortale ballonpomp?

A
  • Tijdens diastole vult de ballon, zodat doorbloeding van de coronairvaten zal verbeteren (vindt normaal ook plaats tijdens diastole) en pompfunctie verbeterd.
  • Tijdens systole loopt de ballon leeg, waardoor bloeddruk in de aorta plots verlaagd
    o Hierdoor kan het hart makkelijker het bloed wegpompen, hierdoor wordt linker kamer ontlast.
    Dankzij deze pomp stijgt de bloeddruk
20
Q

Wat is hypoxemie?

A

Te weinig zuurstof in het bloed

21
Q

Hoe kan je het zuurstofgehalte in het bloed meten?

A

Met een saturatiemeter

22
Q

Wat is een acidose?

A

Verzuring van het bloed, doordat koolzuur niet goed kan worden afgeblazen

23
Q

Waarvoor kan je bloedgas prikken?

A

Hierin kan je zien om iemand wel of niet zuur is, of de saturatie goed is, hoe veel moeite een patiënt moet doen

24
Q

Waar dient de long voor?

A

Is net een koffiefilter, er moet koffie in (ventilatie: afvalstoffen eruit, oa koolzuur) maar ook uit (oxignatie: zuurstof moet in bloed komen)

25
Q

Hoe werken de luchtwegen?

A

Long is omgekeerde boom: Trachea vertakken 23 keer, de hogere generaties (vanaf 0, dus boven) zijn geleidende luchtwegen: transporteren lucht met zuurstof naar het gedeelte waar de gaswisseling plaatsvindt, met name in de generaties waar met name de alveoli (longblaasjes) zitten. Hoe verder je naar beneden gaat, hoe minder geleiding maar hoe meer gaswisseling er plaatsvindt.

26
Q

Hoe werkt het alveolaire capillaire membraan?

A

Langs het alveolaire capillaire membraan (soort filter) vindt daadwerkelijk gaswisseling plaats. Er moet wel lucht in de long, maar natuurlijk geen lucht in de bloedbaan terecht komen (anders gasbellen). Koolzuur kan wel terug de long in, maar bloed dat in de bloedbaan zit niet in de long terecht komt

27
Q

Wat is longoedeem?

A

Het vocht dat eigenlijk in de bloedbaan hoort te zitten dat komt in de alveolaire capillaire membraan terecht (tussen longblaasje en bloedvaten of in longblaasjes zelf), hierdoor vochtige longen. Hierdoor kunnen ze roze achtig slijm ophoesten, dit komt doordat het hart niet goed doorpompt en de drukken in het hart zo nemen toe, door deze grote druk werkt het alveolaire capilaire membraan (filter) niet meer.

28
Q

Hoe wordt de constante zuurtegraad van het lichaam geregeld?

A

Door de longen en de nieren. Als een van de twee in problemen komt, kan de ander het compenseren.

29
Q

Wat is de hylus?

A

Allerlei belangrijke structuren lopen daar doorheen: toegangsweg

30
Q

Hoe weet je of de intubatie goed is gegaan?

A

Intubatie gebeurt langs de stembanden, als je kraakbeen ringen ziet weet je dat het de goede afslag was en dat je in de luchtpijp bent. De tube mag namelijk niet in de slokdarm!

31
Q

Wat is GFR?

A

Glomerulaire filtratie, nierfunctie!!!!

32
Q

Hoe werken de nieren?

A

Nieren zijn een soort elektrisch koffiezetapparaat –> nieren persen water door het glomerulaire filter heen en dit is de eerste voorloper van urine. Als je veel zout of zuur eet, doen de nieren veel zout/zuur in de urine –> de nier zorgt ervoor dat wat eruit gaat ongeveer hetzelfde is als wat erin gaat.

33
Q

Hoe werken de glomeruli?

A

Glomeruli zijn voorzien van tenen, tussen de tenen vindt de filtratie plaats aan de buitenkant, in verband brengen met lange bloedvaten die zorgen dat de voorurine wordt gereabsorbeerd.

34
Q

Wat is een nefron?

A

Functionele eenheid van de nier. Begint met glomerulus, daarna enorme omleiding door tubuli.

35
Q

Waar zorgt de filtratie barrière voor?

A

Dit is de plek waar de filtratie plaatsvindt. Deze zorgt ervoor dat de rode bloedcellen niet in de urine terechtkomen, maar bepaalde afvalstoffen wel.

36
Q

Welk orgaan doet aan autoregulatie?

A

Nier kan zijn eigen bloeddoorstroming goed regelen

37
Q

Wat is necrose?

A

Celverval. Necrose van de tubuli wordt veroorzaakt door zuurstoftekort/onvoldoende doorbloeding

38
Q

Waar zorgen de tubuli voor?

A

Deze zorgen voor de afstemming van de reabsorptie. Doorbloeding in de medulla zorgt voor de activiteit van de tubuli

39
Q

Wat zijn de voor/nadelen van de mitraalklep prothesen?

A

Ze bestaan uit een ring met organische kleppen of uit mechanische kleppen.
- Patiënten met mechanische kleppen moeten altijd antistollingsmedicatie gebruiken, zodat er geen stolsels aan de kleppen blijven hangen, maar gaan levenslang mee.
- Patiënten met organische kleppen hebben geen levenslange antistolling nodig, maar hebben een beperkte levensduur, vervanging is nodig na ongeveer 10 tot 20 jaar.

40
Q

Wat is de conclusie?

A

Er bestaat een zeer sterke samenhang tussen circulatie, ventilatie en nierfunctie bij het in stand houden van het milieu interieur. Kennis over anatomie, biochemie en fysiologie vormt een onmisbare basis om klinische problemen te kunnen oplossen.