Hc1 deel 2 Flashcards
Functiestoornissen / symptomen
Dat zijn stoornissen in die psychische functies.
- dus de cognitieve functies
- de affectieve functies
- de conatieve/ volunatieve acties
● Cognitieve (kennende) functies
o Bewustzijn
o Intellectuele vermogens
o Oordeelsvermogen
o Waarneming
o Denken
● Affectieve functies (gevoelsleven)
o Stemming
o Affect (emotie)
o Verschil stemming en affect = verschil klimaat en weer.
Stemming is het klimaat, de grondtoon van het gevoelsleven. Affect is het weer, meer variabel.
Als we iemand depressief noemen, de grondtoon ofwel het klimaat is depressief. Maar iemand kan dan alsnog even opgewekt zijn en lachen, dus affect ofwel weer.
Conatieve/voluntatieve acties
o Executieve functies
Over willen en handelen. Noemen we de executieve functies.
o Psychomotoriek
Psychomotoriek al je beweging wordt aangestuurd door het brein. Kan veel misgaan in de hersenen wat je ziet in de beweging.
Verschil psychiatrische en psychologische diagnostiek
Psychiatrie kijkt meer dichotoom, de psychologie meer dimensioneel
Persoonlijkheidsstoornis/Psychopathie
Medisch model/ziektemodel. Je hebt het wel of niet. Als je dan persoonlijkheidseigenschap meet, waar leg je de grenswaarde om als grens te hanteren voor de stoornis? Bijvoorbeeld psychopathie.
Daarvan zijn we gaan zeggen ‘meten op basis van normaalverdeling’ en dus kijken grens wanneer psychopathie (basis daar is vragenlijsten).
Andere manier van kijken dan naar persoonlijkheidsstoornis, meer de dimensionele manier
Zeven visies op psychiatrische stoornis:
- Pathofysiologische afwijking
Op dezelfde manier als in de somatische geneeskunde. Afwijking in het fysieke domein, bijvoorbeeld de hersenen. Eerste visie verschilt niet echt van somatische ziekte als griep, er is iets in het lijf (of de hersenen). - Verlies van betekenis
- Schadelijke disfunctie
- Sociaal construct
- Onvermogen om het ‘goede leven’ te leiden
- Leed
- Beperkingen waar mensen zelf niet mee kunnen omgaan
- Wanneer sprake van psychische stoornis
Juist de psyche, en feit dat bepaalde zaken die we observeren in het gedrag of uitvragen/meten, die kunnen we niet heel fysiek maken. Kunnen vaak niet in het brein aanwijzen. Kunnen er op heel andere manier naar kijken.
Met name, wanneer zeggen we dat iemand een psychische stoornis heeft? Eigenlijk twee belangrijkste dingen:
o Disfunctioneren
Niet goed kunnen functioneren in het sociale leven.
o Lijdensdruk
Als je ergens aan lijdt, als je lijdt onder je psychische problemen. Of als je omgeving lijdt onder jou, dat leed accepteren we ook als criterium voor psychische stoornis. Zeker bij de persoonlijkheidsstoornissen, er zijn persoonlijkheidsstoornissen (bijv. psychopaat) die lijdt niet heel erg onder het feit dat hij psychopaat is. Maar zijn omgeving wel.
Psychische stoornis volgens de DSM-V
- Klinische significante symptomen in psychische functies
Stoornissen in bijvoorbeeld affect of executieve functies. - Disfunctie in psychologie, biologie, ontwikkeling
Dat komt hieruit. - Significante lijdensdruk, beperkingen in functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied
Deze zijn altijd belangrijk.
Wat hoort niet bij een psychische stoornis?
- Reactie op stressor of verlies, passend binnen cultuur
Hoort er niet bij! Exclusiecriterium. Rouwen om verlies telt niet, is een vrije normale reactie op wat er gebeurt. Tenzij het langer duurt dan binnen de cultuur normaal is. Normatief, want passend binnen normen van een bepaalde samenleving. - Niet sociaal deviant gedrag (politiek, religieus, seksueel)
Valt er ook niet onder! Is natuurlijk om af te zetten tegen praktijken van misbruiken psychiatrie. - Conflict individu met maatschappij ook niet, tenzij gevolg van individueel disfunctioneren
Hoort er ook niet bij, tenzij! Niet iedereen die een strafbaar feit pleegt is daardoor gek/gestoord. Kan wel zijn dat het gevolg is van individueel disfunctioneren. Kan niet andersom redeneren. Je mag nooit delict gebruiken als symptoom in de forensische psychiatrie. - Tenminste zoveel van deze symptomen
In de DSM altijd een rijtje criteria, dan staat erbij ‘als je X van de criteria hebt, dan voldoe je aan de stoornis’
Classificatie:
beschrijft stoornis
Is eigenlijk de noemer uit de DSM. Dat is beschrijvend, komt voort uit onderzoek op groepsniveau en is bedoeld om in de wetenschap met dezelfde begrippen te werken.
Maar het is niet bepalend voor of behandeling nodig is, en is maar een klein onderdeel van de diagnostiek als geheel: wat er met betrokkene aan de hand is. Schizofreen kan voor 10 mensen 10 verschillende dingen betekenen.
- Op groepsniveau
- Bedoeld voor onderzoek
- Niet bepalend of behandeling is geïndiceerd
- Classificatie is onderdeel van de diagnostiek
Diagnose: beschrijft stoornis
Diagnose is ruimer dan de classificatie. Op individueel niveau, gaat om meer. Wat is er allemaal nog meer aan de hand, waar dingen vandaan komen. Omvat factoren van invloed op beloop en behandeling. Meer bepalend voor of er behandeling is geïndiceerd.
- Op individueel niveau
- Omvat factoren van invloed op beloop en behandeling
- Bepalend of behandeling is geïndiceerd
Diagnose
Die beschrijft de stoornis maar geeft ook oorzakelijke verklaringen in een bio-psycho-sociaal perspectief.
Verschillende opinies welke verklaring nou belangrijker is (bijv. ‘vooral biologisch, wij zijn ons brein’, sociaal ‘dingen komen toch doordat in de samenleving verhoudingen niet juist zijn’). Helpt om allemaal erbij te betrekken.
- Bijv.: depressieve stoornis, matige intensiteit, eenmalig, bij 44-jarige, in jeugd affectief verwaarloosde, werkloze, man, met suikerziekte, ontstaan na overlijden van echtgenoot, bekend met afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en waarbij depressies voorkomen in familie.
Diagnose bestaat normaalgesproken soms wel uit tientallen pagina’s.
Diagnose: aangrijpingspunt behandeling
Kunnen we verklaren? Dat is handig om te weten voor behandeling die geïndiceerd is. Vaak moet je ook wel een kwetsbaarheid voor bepaalde ziekte hebben om ook uiteindelijk via bepaalde stressor/uitlokkende factor die stoornis te ontwikkelen. En dan factoren die de stoornis in stand houden.
- Mogelijke oorzakelijke factoren
- Kwetsbaar makende factoren
Bijv.: familiaire belasting, afhankelijke persoonlijkheidsstoornis, suikerziekte(?)
- Uitlokkende factoren
Bijv.: overlijden echtgenote
- Instandhoudende factoren
Bijv.: werkloosheid
Medicatie depressie
Is niet altijd de reactie op depressiviteit. Moet aanwijzingen zijn dat voor deze mens het wel eens iets biologisch (bijv in de familie) kunnen zijn, dan zou dat goede behandeling kunnen zijn. Psychotherapie, veel mensen goed geholpen hiermee
Persoonlijkheidsstoornis
Persoonlijkheidsstoornissen zijn vrij relevant voor de forensische psychiatrie. Er zijn algemene criteria voor de groep persoonlijkheidsstoornissen. Vervolgens zijn er ook verschillende typen.
- DSM algemene criteria: (egosyntoon)
o Egosyntoon
Over het algemeen zijn persoonlijkheidsstoornissen redelijk in lijn met wat betrokkene zelf ervaart. Als bijvoorbeeld vragenlijst klopt met je gevoel, dan is het egosyntoon.
Er zijn ook stoornissen die hebben bepaalde criteria, maar dat zou iemand nooit zo herkennen bij zichzelf. Dat zijn stoornissen waarbij dan bijvoorbeeld sprake is van gebrek aan ziekte-inzicht.
Langdurend patroon van disadaptief en inflexibel gedrag (vanaf vroege volwassenheid) op twee (of meer) volgende terreinen:
▪ Wijze van interpreteren van zichzelf, anderen of gebeurtenissen (cognities)
▪ Affecten (adequaatheid reacties, intensiteit, draagwijdte)
▪ Interpersoonlijk functioneren
▪ Beheersing van impulsen
De persoonlijkheidsstoornis is niet iets wat je van een op andere dag zomaar krijgt. Terwijl bijvoorbeeld een psychose of depressie, dan kan het toch in een keer voorkomen. Persoonlijkheidsstoornis is in de ontwikkeling ontstaan.
o Veroorzaakt beperkingen (of lijden) op sociaal, beroepsmatig of maatschappelijk terrein.
En ook aan de overkoepelende criteria van de psychische stoornis: disfunctioneren en lijden.