Hc 1 Flashcards

1
Q

Strafrecht en mensen met een psychische stoornis

A

In het strafrecht wordt anders omgegaan met mensen met een psychische stoornis.

Als verdachte in de fase voor de berechting kan het zijn dat je op basis van je psychische stoornis als kwetsbare verdachte wordt gezien.

Daar wordt dan rekening mee gehouden in het strafproces, dingen om kwetsbaarheid te compenseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbeeld advocaat, Strafrecht en mensen met een psychische stoornis

A

Niet-kwetsbaren kunnen zeggen geen advocaat, een kwetsbare verdachte niet.

Die kan niet goed zijn eigen belangen behartigen en de afweging of hij een advocaat nodig heeft niet goed maken.

Als rechtbank dit vermoedt dan moet verdachte onderzocht worden. Advocaat kan persoon ‘overnemen’. Gebeurt niet vaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strafrecht mensen met psychische stoornis en toerekeningsvatbaarheid

A

Als verdachte kwetsbaar en als dader minder verantwoordelijk / Gedragskundigen

Hetzelfde geldt als je naar de rechter komt, niet kijken naar proces maar wat er is gebeurd, bijvoorbeeld toerekeningsvatbaarheid (hoe verantwoordelijk ben je voor het feit wat je hebt gepleegd)

dan kan je op basis van een psychische stoornis verminderd of geheel ontoerekeningsvatbaar worden geacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klinisch psychologen en rechtspsychologen

A

Klinisch psychologen kijken of er iets met de dader aan de hand is

rechtspsychologen kijken ook naar gedrag en geest maar die kijken bijvoorbeeld ook naar de actoren in het strafproces (hoe betrouwbaar getuigen, rechter in beslissen, tunnelvisie politie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer kan je TBS krijgen?

A

Je moet een psychische stoornis hebben, en je moet ook gevaarlijk zijn (gevaar herhaling) en ernstig delict gepleegd hebben.

Geldt ook voor pijmaatregel plaatsing in inrichting jeugdigen. Gedragskundig advies is verplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psyche

A

Psyche is het belangrijkste van dit hele vak (geest). Giatros (dokter). Psychiatrie = dokteren aan de geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychiatrie – neurologie (neurosciences

A

Neurologie
Kijkt naar zenuwstelsel, waar hersenen en zenuwen vanuit maken. Op somatische manier. Is er iets fysiek te zien/doen met hersenen en zenuwen.

Psychiatrie
Psychiatrie kijkt naar de geest = dat wat voortkomt uit het zenuwstelsel (met name de hersenen, ‘wij zijn ons brein’). In het brein kunnen we nog niet alles zien, wel wat er voortkomt uit het brein. Kunnen we ook naar vragen. Gedrag, Gedachten, Gevoelens, andere Psychische functies. Kunnen we apart proberen vast te stellen, zonder dat een neuroloog iets kan zien. Geest zelf kan voor je gevoel iets mis mee zijn. Kan te maken hebben met fysieke, misschien ook niet.

Psychiatrie kijkt in ieder geval naar wat er voortkomt uit de geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Psychiatrie – psychologie

A

Medicatie is grotendeels voorbehouden aan psychiaters want die zijn dokters (als je iemand pil voorschrijft om psychose tegen te gaan, dan kan je somatische neveneffecten krijgen dus daar moet arts verstand van hebben). Niet zo dat psychologen niet behandelen.

Het is vooral een manier van kijken. Psychologie = sociale wetenschap. Een dokter hanteert medisch model/ziektemodel (je bent ziek of gezond, vrij dichotoom). Categoriale classificatie.

In sociale wetenschappen kijken we naar grotere groepen en verdelingen hierin. Bijvoorbeeld normaalverdeling intelligentie. Afwijken ene of andere kant

(hoogbegaafd, verstandelijk beperkt). Dat is eigenlijk een afwijking van de normaal. Iets dimensioneler. Dimensionele classificatie.

De manier waarop psychologen onderscheiden, is vaak dmv vragenlijsten. Ook bij forensische psychiatrie, dan staat psycholoog heel stuk over wat er uit de instrumenten en vragenlijsten komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Forensische psychiatrie

A

Waarom bij de psychiatrie? Hier heel duidelijk in dat het een hulpwetenschap is van het recht. Ten dienste van het recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • (psycho-)pathologie
A

Patho = ziekte. Dus de leer van de ziekte van de geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psycho-)diagnostiek

A

Diagnosis = onderscheiding. In somatische geneeskunde en de psychiatrie. Onderscheiden wat er aan de hand is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nosologie

A

Oudere term voor wat we nu noemen classificeren stoornis, er een naam aan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ziekte/stoornis/afwijking

A

Over ziekte hebben we het niet zoveel meer. Vaak psychische stoornis genoemd.

Zit al iets in dat het ook weer wat anders is dan somatisch, voor een deel wellicht stigmatiserender dan bepaalde somatische problemen. Komt echt voort uit ‘wij moeten er anders naar kijken’ dus stoornis meer ingeburgerd geraakt. Afwijking is iets wat past bij de sociaalwetenschappelijke kijk hierop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Psychische functies

A

Denken/voelen/willen/handelen/eigenschappen
Dit zijn alle psychische functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Anamnese

A

= psychiater voor het eerst met iemand spreken om te kijken wat er aan de hand zou kunnen zijn. Dan gaat hij al deze functies bekijken. Bij eigenschappen komt psycholoog vaak voorbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen/Syndroom

A

Afwijkingen/stoornissen in psychische functies. Soms komen die in bepaalde vaste samenstelling voor, dat noemt men (ook in de somatische geneeskunde) een syndroom (bijvoorbeeld griep).

Dat zit ook in de psychiatrie, maar iets minder duidelijk dan in somatische geneeskunde.