HC week 4 Flashcards
Noem de definitie van diarree volgens ESPHAN en WHO
Diarree volgens ESPGHAN: dunnere ontlasting en vaker dan normaal
Diarree volgens WHO: meer dan 3x dunne ontlasting per dag
Wat zijn diarreeverwekkers bij kinderen?
- Viraal (rotavirus, norovirus, astrovirus, adenovirus): acute waterige diarree, geen koorts of bloed, erg besmettelijk
- Bacterieel: (campylobacter, salmonella, shigella, yersinia, e.coli, vibrio cholerae): bacteriën zijn normaal maar produceren toxines die voor diarree zorgen, heet voedselvergiftiging
- Parasitair (giardia lamblia, entamoeba histolytica): langzaam beloop
Wat zijn risicofactoren voor infectieuze diarree?
- Slechte hygiëne
- Hoge pH maag
- Verminderde darmmotiliteit
- Veranderde intestinale flora
- Deficiëntie van antilichamen
- Intrinsieke ziekte van darmepitheel
Niet-infectieuze oorzaken van diarree:
- Anatomisch: short bowel
- Allergie
- Immunologisch: coeliakie
- Inflammatie: NEC, IBD
- Intolerantie: lactase/dissacharidase deficiëntie
- Endocrien: hyperthyreoïdie
- Maligniteit: neuroblastoom
- Metabool: CI-secretoir, CF
Mate van dehydratie is in te schatten adhv:
- Gedrag
- Gewicht
- Bewustzijn
- Vitale parameters: pols, capillary refill, RR
- Temperatuur extremiteiten
- Diurese
- Traanproductie
- Vochtigheid slijmvliezen
- Huidturgor
- Ogen
Hoe bereken je het percentage dehydratie?
Percentage dehydratie: gewicht verloren / recent gewicht x 100%
Waar moet je op letten bij verschillende omstandigheden mbt intraveneuze rehydratie?
- Isotoon: normaal natrium
- Hypotoon: verlaagd natrium, opletten niet te snelle daling serum osmol anders cerebraal oedeem
- Hypertoon: verhoogd natrium, opletten niet te snelle stijging anders centrale pontiene demyelinisatie of hersenbloeding
Wat is de behandeling van een kind met diarree?
- Orale rehydratie altijd de voorkeur, evt met sonde
- I.V alleen bij: >10% dehydratie of falen orale dehydratie
Wat is in principe niet geïndiceerd bij de behandeling van diarree?
- Vermindering van darmmotiliteit
- Adsorptie van toxines
- Probiotica
Wat is ORS?
- Orale rehyrdratie solutie
- Mengsel van glucose en zout (vooral natrium)
- Werkt op de SGLT transporter, wat al het glucose en natrium over het darmlumen pompt en daarbij water meeneemt
Wat zijn opname-indicaties bij diarree?
- Vitaal bedreigd
- Bewustzijnsstoornissen
- < 2 maanden
- Falen ORS
- Acute buik / ileus
- Sociale indicatie
In welke gevallen is antibiotica wel geïndiceerd?
- Tyfeus ziektebeeld
- Overige salmonellosen als sprake van sepsis, leeftijd < 3 maanden, immuungecompromitteerden
- Shigella dysenterie
- Gecompliceerd beloop campylobacter jejuni
Bovenste luchtweginfecties:
- Meest voorkomende ziekte op kinderleeftijd
- 6-8 episoden is normaal
- Vrijwel altijd self-limiting
- 80-90% viraal
Acute rhinitis:
- Meest voorkomende BLWI
- Snot, niezen, verstopping, bij zuigelingen dyspneu (want neusademhaling)
- Verwekkers >95% viraal
- Rhino, corona, HMP, RS-virus
- Behandeling bij neusobstructie: neusspoeling, xylomethazoline
Acute sinusitis:
- Plek is leeftijd afhankelijk
- > 8-9 jaar sinus frontalis
- > 5 jaar sinus maxillaris
- Lokale pijn, kloppend en erger bij bukken, koorts, malaise, nasale spraak, purulente neusuitvloed
- Verwekkers: viraal, secundair bacterieel
- Behandeling: neusspoeling, xylomethazoline, evt antibiotica
Acute tonsillitis (+faryngitis)
- Keelpijn, hoest, malaise, ademhalingsbelemmering, slikpijn, cervicale lymfeklierzwelling
- Verwekkers: rhinovirus, adenovirus, epstein-Barr (Pfeiffer), groep A streptokokken
- Behandeling: geen, bij streptokokken penicilline
Chronische tonsillitus:
- Tonsillen groeien tot 6e jaar
- Daarna kleiner, vergroot bij chronische infectie
- Tonsillectomie zelden zinvol, indicaties: slaapapneu, belemmering slikken en eten
Adenoïditis:
- Leeftijdsafhankelijk, groeit tot 6e jaar daarna involutie
- Neusverstopping, otitis / doofheid, cervicale lymfadenopathie, postnasale drip, slikproblemen
- Verwekkers: viraal of bacterieel streptokokken / influenza
- Behandeling: antibiotica, chirurgisch (wel hoge recidiefkans)
Laryngitis subglottica:
- Zwelling subglottisch gebied door infectie para-influenzavirus
- Kinderen tussen 1-4 jaar
- Veel in herfst en winter
- Na verkoudheid hese stem en blafhoest, progressieve inspiratoire stridor, subfebriele temperatuur
- Therapie: glucocorticosteroïd, geruststellen, geen antibiotica, evt observeren of zuurstofsuppletie, soms adrenaline vernevelen
Epiglottitis:
- Acute zwelling epiglottis door infectie met HIB
- Zonder behandeling dood door verstikking
- Zeldzaam sinds HIB-vaccinatie
- Acuut ernstig ziek, hoge koorts, progressieve inspiratoire stridor, rustige houding, kwijlen, geen hoest of heesheid
- Diagnostiek: niet in de keel kijken, laryngoscopie onder narcose en kweken
- Therapie: intuberen onder narcose, antibiotica, herstelt in enkele dagen
Vormen van otitis media:
- Otitis media acuta
- Otitis media met effusie
- Chronische suppuratieve otitis media
Benoem de karakteristieken van een normaal trommelvlies, otitis media acute en otitis media met effusie:
Zie samenvatting
Definitie en kliniek OMA
- Ontsteking middenoor met ophoping vocht en tekenen van acute infectie
- Recent en acuut ontstane oorpijn, koorts, prikkelbaar, erytheem trommelvlies, otorroe
- Over het algemeen over, soms een loopoor
Risicofactoren OMA
- Passief roken
- Crèche
- Afwijkende anatomie (schisis)
- Obstructie KNO gebied
- Genetische aanleg
- Immuundeficiëntie
- Cilliaire dyskinesie
- CF
Verwekkers OMA:
- Viraal: RS, influenza, verkoudheidsvirussen
- Bacterieel: streptococcus pneumoniae, haemophilus influenzae, Moraxella, groep A streptokokken
Behandeling OMA:
- Pijnstilling
- Bij neusverstopping neusspray of spoelen
- Watchfull waiting als: niet ernstig ziek kind > 6 mnd, eenzijdige OMA zonder otorroe
Indicaties antimicrobiële therapie OMA:
- Ernstig ziek kind
- Riscofactoren: < 6 mnd, anatomische afwijking, na ooroperatie, gecompromitteerd immuunsysteem
- < 2 jr met dubbele OMA
- Na 3 dagen geen verbetering
- Eerste presentatie loopoor met koorts en/of pijn
Anamnese bij complicaties OMA
- Hoofdpijn
- Koorts
- Ernstige oorpijn, vertigo, sufheid, misselijk, verwardheid
Lichamelijk onderzoek bij complicaties OMA:
- Nekstijfheid
- Rood/gezwollen mastoïd met afstaand oor
- Nystagmus / gehoorverlies
- N. facialisparese
Complicaties OMA:
- Intracranieel: hersenabces, meningitis, sinustrombose
- Extracranieel: n. facialisparese, labyrinthitis, mastoïditis, Gradenigo syndroom (abducens parese)
Definitie en kliniek OME:
- Otitis media met effusie, oftewel vocht in middenoor zonder tekenen van acute infectie
- Kliniek: slechthorendheid, gedragsproblemen, drukkend gevoel, spraak- en taalontwikkelingsproblemen