HC week 3 Flashcards

1
Q

Waar kan een radicaal goed voor zijn?

A

Het kan virussen inactief maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van een anti-oxidant?

A

De functie van een anti-oxidant is het opnemen van radicalen om een kettingreactie te stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de anti-oxidanten?

A

Vit C
Vit E
Beta caroteen (pro vit A)
Flavonoïden (bioactieve stoffen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt het anti-Oxidanten systeem in

A

Dit zijn enzymen die radicalen onschadelijk kunnen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet superoxide dismutase?

A

Dit is een enzym dat radicalen onschadelijk kan maken door van de radicalen waterperoxide te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet Glutathion peroxidase?

A

Dit is een enzym dat o.a. H2O2 kan afbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet katalase?

A

Ze 2H2O2 om in 2H2O en O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van een hoge inname Vitamine E op het risico van kanker bij rokers?

A

Het heeft geen effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het effect van een hoge inname Vitamine A op het risico van longkanker bij rokers?

A

Het geeft een verhoogd risico op longkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly