HC+LIT W9, Africa and the World, 1400-1800 Flashcards

1
Q

Senegambia

A

Contactpunt voor Noord-Afrika en het Midden-Oosten. En in contact met Europa en en Amerika door trans-atlantische slavenhandel

–> islamitische en westerse invloeden

Staatloze samenleving bestaande uit groepen van dorpen.

leeftijdscohorten die voor connecties tussen families en loyaliteit zorgden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leeftijdscohorten

A
  • Age-grade-system

Dit zijn groepen van tiener jongens en meisjes die tegelijk geïnitieerd werden tot volwassenheid

De leeftijdsgroepen sneden door de families heen en creeerde gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Partij goederen die geruild werd voor slaven, goud of Afrikaanse goederen

A
  • sorting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

driehoekshandel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wie gaat waar heen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Koning (iig benin)

A

oba

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Songhairijk

A
  • laatste overgebleven pro-koloniale rijk
  • bezat zoutmijnen en goudmijnen
  • Eerst vazalstaat van het Mali rijk
  • spanning tussen geschoolde elite en traditionele agrarische gemeenschappen

takfir: verklaring van ongelovigheid

ondergang: teveel naar interne rust gekeken en niet naar buitengrenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ondergang Songhairijk

A
  • Sonni Ali Traditionele rituelen vielen niet goed bij de elite: voerde Takfir uit
    ongelovigheid verklaring
    –> Toure greep de macht
  • De islam verspreidde niet naar platteland
  • islamitische ambtenaren vervreemde het volk
  • geen efficiënte manier van macht overdragen –> chaos als koning stierf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het marokkaanse rijk

A

competitie in noord-afrika tussen marokko, portugal en het osmaanse rijk om:
- de suikerproductie in Marokko
- Het trans-sahara goud en slavenhandel
- de Straat van Gibraltar en toegan tot de Atlantische zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kanem Bornu

A
  • militair sterk, leider Idris Alooma
  • Alooma verkreeg jurisdictie over een groot gebied
  • Alooma voerde vorm van feodalisme in.
  • Dus: land aan krijgers in ruil voor loyaliteit en militaire steun

Hausa:
- Agrarisch volk
- actief in handel
- handelsposten ontwikkelde zich tot islamitische stadstaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ethiopië

A
  • enige staat christelijk in noordoost / oost Afrika
  • koptisch Christendom
  • Islamitische staat Adal viel Ethiopië binnen maar met steun van Portugezen na 12 jaar verdreven
  • kort hierna weer bedreigd door:
    Galla, de Ottomanen, en de Jezuïten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

twee soorten handel bij europeanen

A
  1. stichten van factorijen (handelsposten)
  2. kusthandel
    O schepen gaan kort aan land om te handelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verdeling slaven

A

Amerika: om te werken dus vooral jonge mannen nodig
Azië en Afrika wilde men vooral jonge vrouwen voor seks en minder snel in opstand
–>
gevolg in West-Afrika voornamelijk vrouwen over bleven en in oosten voornamelijk mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly