HC 6.2 Concepten lichaamssamenstelling Flashcards

1
Q
A

REG 2011

D

Met BMI meet je gewicht/lengte x lengte.
Bij zeer gespierde personen zal het gewicht veel hoger liggen, waardoor mening een obese uitslag krijgt terwijl de waarde wordt veroorzaakt door hoge spiermassa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A

HER 2011

D

  1. Je Lean body Mass = gewicht van het lichaam - het gewicht van je vetmassa. En omvat alleen je spieren, botten, organen en water. En niet de anderen weefsels zoals pezen en ligamenten.

Je vetvrije massa = het totale gewicht van het lichaam zonder de aanwezigheid van vet. Dus bestaat uit je botten, spieren, pezen, organen en water.

Antwoord: Vetvrije massa en lean body mass verwijzen naar dezelfde hoeveelheid massa in het lichaam. Het verschil tussen de termen is dat vetvrije massa een bredere definitie is die alle componenten van het lichaam omvat, terwijl lean body mass specifiek verwijst naar de massa van het lichaam zonder de vetmassa. Dus, de hoeveelheid vetvrije massa en lean body mass in het lichaam zouden hetzelfde moeten zijn.

  1. Lichaam bestaat voor 60% uit water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

HER 2011

C

DEXA, CT EN MRI beste om lichaamssamenenstelling mee te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A

REG 2012

D

  1. Niet waar, maken 98% vh lichaamsgewicht uit
  2. Niet waar, opslag vet veel groter. Veel essentieel vet is namelijk ongezond.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A

REG 2012

A

  1. Onjuist, K —> erin
  2. Juist, Lena body mass = gewicht vh lichaam - gewicht vetmassa. Is dus massa van je organen etc, hieromheen zit essentiële vet.
  3. Juist
  4. Juist, Lena body mass = botten, spieren, organen en water.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A

REG 2012

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A

HER 2012

B

Lean body mass en vetvrije massa zijn gelijk.
Lichaamsgewicht bestaat voor 60% uit water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A

HER 2012

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

REG 2013

C

  1. Juist, is 98% = meer dan 95%
  2. Juist, je essentiële vet is vele male minder, dan je opslag vet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

REG 2013

Antwoord zegt C

  1. Is juist want gespierde personen, hebben grote massa aan spieren waardoor je een hoog bmi waarde krijgt terwijl iemand helemaal niet obese is.
  2. Vetvrije massa omvat alle weefsels in het lichaam die geen vet bevatten, terwijl de lean body mass alleen de spieren, botten en organen omvat. Vetvrije massa heeft dus ook de pezen, ligamenten water en mineralen, terwijl lean body mass deze uitsluit. Dus het zou kunnen dat de vetvrije massa hoger is dan de lean body mass, afhankelijk van de hoeveelheid water en mineralen in het lichaam. Maar vgm is dit gwn verwaarloosbaar en zijn ze gelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A

REG 2013

C

  1. K —> in de cel dus juist
  2. Lean body mass heeft ook essentieel vet zit rondom organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A

HER 2013

A

  1. Juist
  2. Water percentage in 60% dus onjuist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A

HER 2013

A

  1. BMI is onafhankelijk van sekse en leeftijd, dus juist
  2. Aziatische mensen juist hoger vetpercentage is vergelijking met Caucasische mensen, dus onjuist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A

HER 2013

B

  1. Onjuist, omdat de grootte van de vetcellen afneemt wanneer een persoon afvalt, niet het volume van de vetcellen. Wanneer een persoon afvalt, worden de vetcellen kleiner omdat ze hun opgeslagen vet afgeven om te worden verbrand voor energie. Dit betekent dat het totale aantal vetcellen in het lichaam niet afneemt, maar de grootte van de individuele cellen wel. Aan de andere kant kan gewichtstoename leiden tot een toename van het aantal vetcellen in het lichaam.
  2. Juist, subcutaan vet is het vet dat zich onder de huid bevindt en is verantwoordelijk voor de “dikte” van de huid. Visceraal vet is het vet dat zich rondom de organen in de buikholte bevindt en is geassocieerd met gezondheidsrisico’s, zoals HVZ, DT2, hoge BD. De absolute hoeveelheid visceraal is veel kleiner dan de hoeveelheid subcutaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A

REG 2014

D

  1. Onjuist, is 98%
  2. Onjuist zie foto!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A

REG 2014

D

  1. Zijn beide gelijk aan elkaar, dus onjuist
  2. Onjuist, geeft juist veel te hoge BMI waarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
A

HER 2014

A

  1. Juist
  2. Onjuist, is 60%
18
Q
A

HER 2014

A

  1. Juist, als iemand afvalt neemt het volume van de vetcel af, omdat ze hun opgeslagen vet afgeven om te verbranden voor energie. Het totale aantal neemt niet af.
  2. Onjuist, subcutaan vet is het vet dat zich onder de huid bevindt en is verantwoordelijk voor de “dikte” van de huid. Visceraal vet is het vet dat zich rondom de organen in de buikholte bevindt en is geassocieerd met gezondheidsrisico’s, zoals HVZ, DT2, hoge BD. De absolute hoeveelheid visceraal is veel kleiner dan de hoeveelheid subcutaan vet.
19
Q
A

REG 2016

C

  1. Juist, dikke mensen hebben veel onderhuids / subcutaan vet. Dit maakt ze dik
  2. Onjuist, omdat oudere in de westerse bevolking juist dikker worden, dit betekent dat het vet zich verplaatst van de heupen naar de taille, wat resulteert is een afname in ratio —> deelt door groter getal dus uitkomst wordt kleiner! Is dus lagere referentiewaarde.
  3. Onjuist, want lean body massa = gewicht vh lichaam - het gewicht van je vetmassa (wat extraheerbaar is) dit is oa je storage vet. Dus lean body mass is allen gewicht van je organen (incl essentieel vet), spieren, botten water. En NIET van je pezen en ligamenten.
  4. Juist, je percentage essentieel vet zou normaal gesproken kleiner moeten zijn dan je percentage niet essentieel vet.
20
Q
A

REG 2016

A

  1. Juist, vrouwen gemiddelde hoger % vetmassa
  2. Onjuist, is 60%
21
Q
A

REG 2017

A

  1. Juist, lean body mass = gewicht van je organen (incl essentieel vet), botten, spieren en water. NIET pezen en ligamenten.
  2. Onjuist, gezond persoon heeft meer niet essentieel vet dan essentieel vet
22
Q
A

REG 2017

B

  1. Onjuist, het viscerale vet = vet rondom buikorganen. Subcutaan vet is onderhuidse vet wat je huis ‘dik’ maakt. Met het meten vd buikomtrek kan je geen onderscheidt maken tussen deze twee. Dit kan alleen met MRI of CT.
  2. Vetvrije massa = spieren, bloed etc bevatten veel elektrolyten en water. Dit geleid goed, waardoor de weerstand klein is.
    Vetmassa = bot en vet —> hebben hoge dichtheid, geleiden slecht, waardoor hoge weerstand laag geleidingsvermogen. Dus hoe minder vet hoe meer geleiding. Dus juist
23
Q
A

HER 2017

A

  1. Juist, lean body mass= organen (incl essentieel vet), spieren, botten. Excl pezen en ligamenten.
  2. Onjuist, BMI is leeftijds onafhankelijk
24
Q
A

HER 2017

A

Alleen met DEXA, CT EN MRI kan de hoeveelheid lichaamsvet nauwkeurig worden bepaald.
Bij H/T ratio kan je geen onderscheidt maken tussen subcutaan (onder huis wat huid dik maakt) en visceraal vet (rondom buikorganen)

25
Q
A

REG 2018

B

  1. Onjuist, wel onderdeel vd lean body mass
  2. Juist, normaal persoon heeft meer niet essentieel vet dan essentieel vet
26
Q
A

REG 2018

D

Geen van deze, viscerale vetmassa kan alleen met CT of MRI nauwkeurig worden gemeten.
Viscerale vetmassa = vetmassa rondom buikorganen

27
Q
A

REG 2019

D

  1. Onjuist, vrouwen hebben meer essentieel vet voor menstruatie, zwangerschap etc.
  2. Onjuist, vrouwen gemiddeld hoger % vet dan mannen
28
Q
A

REG 2019

C

BMI = gewicht (kg) / lengte x lengte (m)

29
Q
A

REG 2019

B

Computer tomografie = CT

Alleen met CT, of MRI kan je nauwkeurig visceraal % vet zien/meten.

30
Q
A

HER 2020

C

  1. Juist
  2. Juist
31
Q
A

HER 2020

A

  1. Alleen met een CT of MRI scan kun je nauwkeurig hoeveelheid visceraal vet bepalen.
  2. Huidplooi meting meet alleen subcutaan vet
32
Q
A

REG 2021

B

33
Q
A

REG 2021

  1. Niet juist
  2. Juist
  3. Je viscerale vet is vet rondom buikorganen. Een hoger percentage visceraal vet is gevaarlijk en ongezond. Met H/T- ratio meet je breedste punt heup : smalste deel taille. Als je dus veel visceraal vet hebt, krijg je een hogere ratio/verschil.
    Hoe hoger de ratio, hoe ongezonder de viscerale vetverhouding. Dus hoe grote de ratio, hoe groter je viscerale vet is. Dus stelling is onjuist
  4. Klopt, Heup taille ratio grootste verband met ziektes. Verhoogde kans op oa HVZ, DBT2 , insuline resistentie etc.
34
Q
A

HER 2021

  1. Juist
  2. Onjuist
  3. Afname vh essentiële vet onder het minimum kan ernstige gevolgen hebben. Lichaam kan dan niet meer goed functioneren.
  4. Vrouwen hebben meer essentieel vet, voor zwangerschap menstruatie.
35
Q
A

HER 2021

C

36
Q
A

REG 2022

  1. Waar
  2. Waar
  3. Vetmassa heeft hoge dichtheid, dus hoge weerstand —> lage geleiding. Vetvrije massa rijk aan water en elektrolyten (spieren, bloed) , dus lage weerstand —> hoge geleiding.
  4. Bij uitdroging neemt het aantal elektrolyten per volume vocht toe, hierdoor neemt geleding toe. Waardoor lijkt alsof vet % lager is dan het zou moeten zijn.
37
Q
A

REG 2022
1. Niet waar
2. Waar

  1. BMI is leeftijd ONafhankelijk
  2. Mensen met hoog BMI hebben verhoogde kans op vroegtijdig overlijden. U vorming betekent grafiek in vorm van U verband aangeeft -> te laag gewicht dus grote kans, midden in laagste kans, te hoog gewicht hoge kans.
38
Q
A

HER 2022
1. Niet waar
2. Niet waar

  1. Bloed en spieren bevatten veel elektrolyten en water, dit geleidt stroom juist goed
  2. Vet, botten en lucht hebben een hoge dichtheid, = hoge weerstand = slechte geleiding van stroom
39
Q
A

HER 2022

  1. Waar
  2. Waar
  3. WHR voorspelt van alle parameters het best het gezondheidsrisico. Hoge waarde hele hoge kans op ontwikkelen HVZ, DT2, hoge bloeddruk etc. Als je het ratio omlaag weet te brengen, is dit echt geassocieerd met een lagere kans. Taille omtrek is alleen omtrek smalste gedeelte buik, dit zegt niet zoveel over risico.
  4. WHR geeft informatie over de vet verdeling in het lichaam. Een hogere waarde geeft aan dat er relatief meer vet rond de taille is dan rond de heupen. Visceraal vet is vet dat zich ophoopt rond de organen in de buikholte, en deze vet ophoping kan leiden tot gezondheidsproblemen.
40
Q
A

REG 2020

D

BMI is leeftijds en sekse ONafhankelijk

41
Q
A

REG 2020

A

  1. Klopt, bij eetstoornissen bijv kan deze hoeveelheid afnemen wat kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.
  2. Niet waar, vrouwen hebben meer essentieel vet dan mannen, voor menstruatie en bevalling
42
Q
A

REG 2021

B

Mannen 15%
Vrouwen 25%