HC. 4 en 7 Flashcards

1
Q

Welke functies hebben botten?

A

bescherming, ondersteuning, beweging, aanhechting spieren/banden, aanmaak bloedcellen, schok absorptie, geluid overdracht, geluid isolatie, calcium opslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 botvormen zijn er?

A
  1. corticaal bot: buitenkant
  2. spongieus bot: binnenkant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit zijn botten samengesteld?

A

collageen, kalkzouten en water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de eigenschappen van corticaal bot?

A

compact, weinig rek, kan grote spanning verdragen, breekt snel en anisotroop(mechanische eigenschappen richtingsafhankelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de eigenschappen van spongieus bot?

A

open sponsachtig, rek, poreus, kan geen grote spanning verdragen, vervormbaar en anisotroop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het plastisch gebied?

A

permanente uitrek van het bot, ligt na de vloeigrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de functies van het gewrichtskapsel?

A

houdt de botten bij elkaar, beschermt het gewricht tegen abnormale bewegingen en propriocepsis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de functies van ligamenten?

A

verbinding tussen botten, beperken gewrichts-excursie en geleiden beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de functies van pezen-spieren?

A

verbinding tussen spier en bot, doorgeven krachten en propriocepsis
- spieren: positie en snelheid
- pezen: kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bepaalt gedrag van een weefsel onder belasting?

A
  • orientatie van de vezels
  • eigenschappen elastische en collagene vezels
  • verhouding elastische en collagene vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waardoor is een plat gewricht voor afschuifkrachten niet handig?

A

botten zelf geven geen tegenkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van een platgewricht?

A

geschikt voor compressie,
ongeschikt voor dwarskrachten,
weinig draaibaar,
geschikt voor grote buigende momenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar vind je platgewrichten?

A

voet, wervelkolom en sacro-iliacale gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van bolgewrichten?

A

minder geschikt voor buigend moment, zeer draaibaar, geschikt voor grote dwarskrachten, mobilisatie door draaiend moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een moment?

A
  • een maat voor rotatie-effect van een kracht
  • een kracht op een afstand van een rotatiepunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe stel je een vrijlichaamsdiagram op?

A
  1. Definieer een coordinaat systeem.
  2. Snij denkbeeldig op die plaats waar je de krachten wilt weten.
  3. Teken de belasting die van buitenaf werkt op het losgesneden deel.
  4. Zoek tegengesteld gerichte reactiekrachten – meestal op het benige
    structuren.
  5. Bepaal of alle krachten leverd een moment en als die momenten
    linksom of rechtsom draaeind zijn.
  6. Zoek die spierkrachten (samen met die reactiekracht) die het total
    moment gelijk aan nul kan maken.
  7. De grootte van de spierkracht volgt uit de evenwichtsvergelijkingen
17
Q

Wat zie je niet op röntgen MSK?

A

weke delen, pezen/ligamenten en kraakbeen

18
Q

Wat zie je niet op CT MSK?

A

weke delen, kraakbeen en pezen/ligamenten

19
Q

Wat kun je zien met dual energy CT?

A

verschil tussen uraat en calcium kristallen
dus jicht diagnosticeren

20
Q

Wat kun je zien op MRI MSK?

A

weke delen, spieren/pezen/ligamenten, kraakbeen, karakterisatie van botafwijkingen

21
Q

Wat zie je niet op MRI MSK?

A

verkalkingen en botfragmenten

22
Q

Wat zie je met echo MSK?

A

oppervlakkige weke delen/spieren/pezen/ligamenten, gewrichtsvocht, dynamisch onderzoek en echogeleide injecties/puncties

23
Q

Wat zie je niet op echo MSK?

A

bot, lucht en diepgelegen structuren

24
Q

Wat is het principe ALARA?

A

onderzoek aanvragen met de minste straling als mogelijk is

25
Q

Wat zijn de nadelen van jodiumhoudend contrast?

A

nefrotoxiciteit en nierfalen

26
Q

Wat zijn de nadelen van gadolinium?

A

kan zich in de hersenen opstapelen en nefrogene systemische sclerose

27
Q

Waarvoor MRI arthrografie?

A

detectie kraakbeen en labrumscheur