HC 3: Iongradienten en membraanpotentiaal

Question 1

Noem membraan transporteiwitten:

Answer 1

• Porie: niet selectief, meerdere moleculen per keer, langdurig open, met gradiënt mee
• Kanaal: ionselectief, veel moleculen, met gradiënt
• Carrier: een of paar moleculen per keer, conformatieverandering met gradiënt mee
• pomp: tegen gradie2nt in enkele moleculen

Question 2

Welke soorten transport zijn er?

Answer 2

• Passief: met elektrochemische gradiënt mee
• Actief: primair (door ATP hydrolyse) en secundair (door symport en antiport van andere ionen) tegen elektrochemische gradiënt in

Question 3

Welke soorten secundair actief transport zijn er?

Answer 3

• NCX (natrium calcium exchanger, 3 natrium 1 calcium
• NHX (natrium H+ exchanger, 1/1
• ANT (adenine nucleotide translocator, ADP en ATP antiport in mitochondriale binnenmembraan)
• SGLT2 (natrium glucose transporter, symport)

Question 4

Wat is de evenwichtspotentiaal/nernstpotentiaal?

Answer 4

Potentiaal waarbij er netto geen iontransport plaats vindt. In rust ligt deze dicht bij kalium, door grote permeabiliteit voor kalium van de cel

Question 5

Hoe zit het met de potentiële energie?

Answer 5

Is recht evenredig met het verschil tussen membraanpotentiaal en evenwichtspotentiaal

Question 6

Wat doet digoxine?

Answer 6

Remt natrium/kalium pomp, waardoor er meer natrium in de cel zit. De potentiële energie van natrium is dan lager, waardoor calcium het wint en dus calcium naar binnen wordt gepompt via de NA/Ca exchanger, en zo het hart samentrekt

Question 6

Wat doet digoxine?

Answer 6

Remt natrium/kalium pomp, waardoor er meer natrium in de cel zit. De potentiële energie van natrium is dan lager, waardoor calcium het wint en dus calcium naar binnen wordt gepompt via de NA/Ca exchanger, en zo het hart samentrekt