HC. 2 en 3 Flashcards
Wat zijn biologicals?
therapeutisch product, gemaakt door genetische manipulatie van levende cellen
Waaruit bestaat de Fc van antistoffen?
aminozuren en glycanen
Wat is een immuuncomplex?
antistoffen die aan elkaar binden en neerslaan, wat vervolgens complement activeert en granulocyten aantrekt
Welk middel geven tegen inflammatoire stoornissen?
anti-TNFalfa
Wat is de innovator?
oorspronkelijk product
Wat is een biosimilar?
afgeleid van de innovator, maar makkelijker op de markt te brengen
Wat is vaak anders bij een biosimilar?
glycanen
Wat zijn de klinische presentaties van glomerulonefritis?
hematurie, nefrotisch syndroom, nefritisch syndroom, vasculitits van de nier en rapidly progressive glomerulonefritis
Wat is macroscopische hematurie?
blaaskanker tot het tegendeel bewezen is
Wat is microscopische hematurie?
cilinders met erythrocyten, wat betekent dat in de tubulus als bloed zit
Wat is IgA nefropathie?
neerslag van IgA: glycosylering in de lever niet goed verlopen dus loopt IgA vast in de tubulus. Hier vormt het immuuncomplexen, met als gevolg proliferatie van mesangiumcellen, hematurie en proteinurie
Wat zijn de symptomen van het nefrotisch syndroom?
proteinurie, hypoalbuminemie, oedeem, hypercholesterolemie
Hoe ontstaat oedeem?
natrium retentie
Wat valt onder het nefrotisch syndroom?
membraneuze glomerulopathie
Hoe ontstaat membraneuze glomerulopathie?
PLA2-R op podocyt, epitopen zitten op podocyt. Mensen vormen antistoffen tegen PLA2 waardoor IgG neerslaat en immuuncomplexen vormt op podocyt. Dit is niet dicht bij het bloed, geen activatie van immuuncellen dus langzame achteruitgang en geen heftige ontsteking