HC. 2 en 3 Flashcards

1
Q

Waaraan bindt SARS-COV 2?

A

ACE2 receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarop is het afweersysteem gericht bij SARS-COV 2?

A

spike eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het nadeel van een levend verzwakt vaccin?

A

mensen met een verzwakte afweer worden er erg ziek van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het moderna vaccin?

A

mRNA van spike eiwit in een cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het Janssen vaccin?

A

vector virus: biedt eiwitten aan maar worden niet gerepliceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 fases zijn er van een covid infectie?

A
  1. vroege infectie
  2. pulmonale fase
  3. hyperinflammatoire fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de vroege fase?

A

virale replicatie, asymptomatische tot milde klachten en detectie virus door PCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de pulmonale fase?

A

virale replicatie, pneumonie, dyspnoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de hyperinflammatoire fase?

A

pneumonie, sepsis, acute respiratory distress syndrome en cytokine storm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer was isolatie door covid voorbij in de immunologische naïeve populatie?

A
  1. weinig virale load
  2. neutraliserende antistoffen respons
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was het gevolg van mutaties in spike eiwitten?

A

betere infectieusheid
ontsnappen aan immuniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was het nadeel aan regen-cov?

A

werkte alleen als er nog geen neutraliserende antistoffen waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van de omicron variant?

A

was de eerste variant die kan ontsnappen aan de opgebouwde afweer, door andere spike eiwitten
T-cel respons is nog wel intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het gevolg van het coronavaccin?

A

zorgt vooral dat je niet heel erg ziek wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is BA2?

A

omicronlijn, waarbij sotrovimab niet goed werkt als behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het gevolg van alle varianten voor de diagnostiek?

A

interpretatie serologie is lastig

17
Q

Wat zijn de symptomen van covid?

A

hoesten, benauwdheid, koorts, rillingen, braken, diarree, spierpijn en verlies van smaak- en reukzin

18
Q

Wat zijn risicogroepen voor ontwikkelen van ernstig covidbeloop?

A

obesitas, diabetes, ouderen, hartziekten

19
Q

Wat is de beschikbare diagnostiek voor covid?

A

PCR, sneltest, bloed en CT-thorax

20
Q

Wat wordt er op de CT-thorax bij covid gezien?

A

matglas, bilateraal, dense consolidaties en na 13 dagen nemen de afwijkingen vaak af maar kan wel in longfibrose overgaan

21
Q

Wat is afwijkend aan het bloed bij een covidinfectie?

A

verhoogde D-dimeer, lymfopenie, verhoogd CRP en IL-6

22
Q

Wat is de therapie bij een mild beloop?

A

geen behandeling
inhalatie corticosteroiden
hoog risico: nirmatrelvir, virusreplicatie remmen

23
Q

Wat is de therapie bij een matig beloop?

A

immuunsuppressie: dexamethoson
bij verslechtering, hoog CRP en O2 suppletie eenmalig tocilizumab(IL-6)

24
Q

Wat is de therapie bij een ernstig beloop?

A

dexamethason en tocilizumab en antibiotica
methylprednisolon als er geen herstel is om de inflammatie plat te leggen

25
Q

Wat zijn complicaties van covid?

A

trombose: covid-19 coagulopathie, geef profylaxe LMWH
CAPA: aspergillus pulmonaal, geef antischimmeltherapie
bacteriële superinfectie: antibiotica