HC 2: Advertising & Memory Flashcards
Memory
- influences all of the stages in the DAGMAR model
- is involved in recording, storing and retrieving info
- influences perception, encoding and storage
Encoding
= informatie in je systeem krijgen
storage
= information in je brein opslaan (lange en korte termijn)
retrieval
= informatie halen uit je geheugen
Memory experiment: Sperling 1960
Liet heel snel een groep letters zien in drie rijen. Hij voegde daar een hoge/middelhoge/lage toon aan toe (dit sloeg op welke rij je moest onthouden nadat je de letters had gezien).
* als je dit deed –> beter geheugen, er is een soort memory trace die je kunt oppikken als het weg is
Bewijs voor gescheiden systemen (STM en LTM)
STM retrieval is sneller dan LTM, maar gelimiteerde capaciteit van 7 stuks informatie tegelijkertijd
Primacy effect: (meer geoefend –> LTM) items in het begin van de lijst worden beter onthouden
LTM = Semantic coding, woordbetekenissen (bijv: in de war raken door woorden zoals ‘big’ en ‘huge’)
Recency effect: (still in STM)
items aan het eind van de lijst worden beter onthouden
STM = gevoelig voor fonologisch en akoestisch coderen (bijv: in der war raken door ‘pee’ en ‘tea’)
Zijn STM en LTM echt aparte constructen?
Fergus Craik –> focussen op de manier hoe het verwerkt wordt, je hebt de verdeling STM en LTM niet nodig
Hitch & Baddely –> verlaat het idee van de twee aparte systemen niet helemaal, maar voeg er iets aan toe
- Multi-component working memory model
Hitch & Baddely: Multi-component working memory model
! Main idea: ‘central executive’ determines where the attention goes to and which information is stored in the LTM
–> Dus: attention can determine whether you use your STM or LTM
Meer over het model:
Deze ‘central executive’ zonder eigen opslagcapaciteit, coördineert een aantal sub-systemen:
- phonological loop = STM: language (sound & speech)
- Visuospatial sketchpad (brief storage visual info)
- episodic buffer
Explicit (assessing memory)
= conscious awareness
Explicit recognition tasks:
- recall
- recognition
Implicit (assessing memory)
= unconscious awareness
Implicit perception tasks:
- word stem completion –> COM…
- word fragment identification –> C.M.U.E.
- lexical decision task –> BOY BRK BLF BAT - is it a word? (decision faster when seen before)
Priming
= het fenomeen dat je wordt blootgesteld aan een object of woord in een context, wat de toegankelijkheid van het woord verhoogt in je hoofd. Dus een prime op 1 moment, beïnvloedt de evaluatie/gedrag/herinnering van een later moment
! Niet alle studies over prime zijn repliceerbaar
Experiment primes: Jacoby 1983
Primes kunnen het impliciete en expliciete geheugen anders beïnvloeden:
–> effecten van eerdere woorden met of zonder context (bv. ‘hot’)
- implicit perception task
- explicit recognition task
Bij de groep die van tevoren het woord ‘hot’ te zien kreeg als context voor het volgende woord ‘cold’ –> verhoogde recognition (explicit memory), maar perceptie was lager (implicit memory)
Het idee van priming
= idee dat alles in je hoofd verbonden/geassocieerd is aan elkaar (soort word-web) –> kikker > groen > kleur
Als je een concept primed, veel andere concepten automatisch ook. Dit heeft een effect op je besluiten.
In marketing: als het merk een positieve link heeft met dingen, wordt de attitude tegenover het merk ook positief
John Bargh
People are like fish: we’re simple, signaal dat we naar links moeten, dan gaan we naar links –> directe link tussen perceptie en doen
Priming experiment: Bargh, Chan & Burrows - ‘elderly’
Zinnen maken met woorden over ‘elderly’ daarna weglopen. Duur van het weglopen werd opgemeten:
- mensen die werden geprimed met het concept ‘elderly’ liepen slomer