HC 11: populatie genetica Flashcards
Noem 3 manieren (en leg ze uit) om genetische variatie te meten
-
Mitochondriale DNA
-> sterk geconserveerd
-> geen recombinatie
-> maternale afstammingen kunnen diep in de tijd worden gevolgd -
Y-chromosoom
-> geen recombinatie
-> paternale afstammingen kunnen diep in de tijd worden gevolgd. -
SNP
-> verandering van 1 base in het DNA
-> single nucleotide polymorfism
Noem 3 manieren (en leg ze uit) om SNP’s en indels te meten
- Microarray brengt bekende SNP’s en indel’s in kaart van een al bekend genoom.
- Genoom niet bekend? Dan gebruik je restrictie analyse.
-> RFLP ( TPA practicum), meestal random op veel plaatsen
-> AFLP, amplificeer met primers die een random 3’ stukje hebben een deel van de fragmenten tussen de restrictie sites. -
Sequencen
-> exome sequencing -> sequencen van het eiwit-coderende deel van het genoom
-> rad sequencing
-> whole genome sequencing
Wat zijn micro-satellieten
Korte sequentie repeats op het genoom: variabel binnen populaties, omdat er slippage is
Hoe detecteer je micro-satellieten?
-> PCR primers ontwikkelen
-> op gel zetten
In populaties is er vaak lage/hoge microsatelliet variatie aanwezig
Hoge
Populatie genetische analyses zijn afhankelijk van:
-> hoeveelheid biologische samples
-> hoeveelheid moleculaire markers
Wat is een haplotype?
Een fysieke groepering van genomische varianten die vaak samen overerven
Wat is een specifiek haplotype?
Een unieke combinatie van varianten die dicht bij elkaar op een chromosoom liggen.
Genenpool
De gehele set aan genen en allelen van individuen in een populatie
Wat is het Hardy-Weinberg evenwicht?
Allel en genotypen frequenties blijven generaties gelijk, tenzij evolutionaire krachten (selectie, drift, mutatie) werkzaam zijn.
5 aannames/eigenschappen van een ideale populatie:
- Oneindig groot -> geen toevalsprocessen
- Alle genotypen hebben gelijke fitness -> geen selectie
- Geen mutatie -> geen nieuwe varianten
- Geen genetische uitwisseling met andere populaties
- Willekeurige pairing
Wat is drift?
Het tot fixatie (geen genetische variatie) komen of het verdwijnen van allelen uit populaties in afwezigheid van selectie.
Kleine populaties fixeren sneller of trager dan grote populaties.
Sneller
Founder effect
Vaak beginnen nieuwe populaties al met een subset van originele variatie. De N is ook klein, dus is er veel drift aanwezig. VB: Amish
Ecoduct
Het verbinden van natuurgebieden, dit is belangrijk voor geneflow.