havo 3 les 4 Les H4 Flashcards
1
Q
adjust
A
afstellen; bijstellen
2
Q
balloonfish
A
kogelvis
3
Q
dawn
A
zonsopgang
4
Q
due date
A
vervaldatum
5
Q
dusk
A
schemering; duister
6
Q
habitat
A
leefomgeving
7
Q
to handle
A
aanraken; hanteren
8
Q
to harass
A
treiteren; pesten
9
Q
to inflate
A
opblazen
10
Q
jaw
A
kaak
11
Q
jellyfish
A
kwal
12
Q
properly
A
naar behoren
13
Q
rate
A
tarief
14
Q
to reassure
A
geruststellen
15
Q
refund
A
terugbetaling ; geld terug
16
Q
scuba-diving
A
duiken
17
Q
sewage
A
rioolwater
18
Q
shallow
A
ondiep
19
Q
spine
A
stekel
20
Q
to stow
A
opbergen
21
Q
survivor
A
overlevende
22
Q
tight
A
strak
23
Q
annuleren
A
to cancel
24
Q
bewoner; inwoner
A
resident
25
deelnemen aan
to participate in
26
dolfijn
dolphin
27
duikbril
mask
28
koraal
coral
29
kust
shore
30
lijken
to appear; to seem
31
met vriendelijke groeten
(yours) sincerely
32
pincet
(pair of ) tweeseres
33
rif
reef
34
wrak
wreck
35
snorkellen
to snorkel
36
steken
to sting
37
vermijden
to avoid
38
verzoek
request
39
voorkomen
to prevent
40
zee-
marine
41
zeeman; matroos
sailor
42
schildpad
turtle
43
zwemvliezen
fins
