Hardware Flashcards

1
Q

Hoeveel generaties zijn er?

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De nulde generatie

A

Different engineer en ponskaart uitgevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De eerste generatie

A

Maken gebruik van radiobuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De tweede generatie

A

Maken gebruik van transistors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De derde generatie

A

Chip uitgevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De vierde generatie

A

Kenmerkt zich door microprocessorchips

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soorten computers

A

Supercomputer
Mainframe
Minicomputer
Microcomputer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Supercomputer

A

Zijn de snelste computers die word gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mainframe

A

Ze zijn in staat om verschillende programma’s tegelijkertijd uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Minicomputer

A

Wordt meestal gebruikt by procesbesturing in fabrieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Microcomputer

A

Gebruikt bij tekstverwerking en surfen op het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het verzamelnaam van
Invoer
Uitvoer
Opslag

A

Randapparatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Invoerapparatuur

A
Toetsenbord
Muis
Trackball
Joystick
Touchscreen
Scanner
Microfoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitvoerappatuur

A

Beeldscherm
Beamer
Printer
Speaker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de verschillende soorten beeldschermen

A

LCD

CRT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

LCD

A

Werkt met cristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

CRT

A

Werkt met lichtbundels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een pixel?

A

Een pixel is een beeldpuntje op het scherm dat een bepaalde kleur heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het aantal verschillende kleuren dat dit puntje kan hebben hangt af van…..

A

Het aantal bits dat wordt gebruikt

20
Q

Wat is een bitmap?

A

Een bitmap is een bestaand waarin pixels van een plaatje als bits wordt opgeslagen

21
Q

Bitmaps eindigt op

A

.bmp

.gif

22
Q

Wat is een sensor?

A

Een sensor is een apparaat die iets waarneemt zoals geluid, licht en beweging

23
Q

Wat is een actuator?

A

Een actuator is iets dat een apparaat aanstuurt omdat het bericht uit een computer ontvangt

24
Q

Wat zijn biometrische gegevens?

A

Gegevens die van een mens afkomstig zoals vingerafdruk

25
Q

Wat is een machinegericht gegevensvoorstelling?

A

Als het voor een machine te lezen is zoals een magneetstrip of streepjescode

26
Q

Wat is een mensgericht gegevensvoorstelling ?

A

Als het door een mens te lezen is zoals een naam of autonummer

27
Q

Resolutie

A

Is het aantal beeldpuntje op een scherm

28
Q

Vernieuwingsfrequentie

A

Aantal keren dat het scherm per seconde opnieuw betekent wordt

29
Q

Soorten printers

A

Matrix
Inkjet
Laser

30
Q

Matrix

A

Werk met naaltjies
+ goedkoop
- langzaam, matige kwaliteit, lawaai

31
Q

Inkjet

A

Werk met inktspuiten
+ duur, goedkoop, redelijke kwaliteit
- vlekt makkelijk

32
Q

Laser

A

Werk met laserstraal Toner
+ goede kwaliteit
- duur ozon

33
Q

Wat is intern geheugen?

A

Is al het geheugen dat de computer gebruikt om tijdelijke gegevens op te slaan zoals

RAM, cache en register

34
Q

Wat is een externe geheugen ?

A

Externe geheugen is alles waar je gegevens kunt bewaren

Zoals een USB

35
Q

Welke 3 soorten externe geheugen zijn er?

A

Magnetische
Optisch
Flashgeheugen

36
Q

Magnetische

A
Harde schijf
Diskette
Tape
Memorystick 
zip-disk
Jaz-drive
37
Q

Optische

A

Cd-rom
Cd-rw
DVD

38
Q

Het geheugen is om twee redenen noodzakelijk voor de processor

A

1 het processor kan niet zelf verzinnen wat hij moet doen

2 de processor moet kunnen zien wat de uitkomsten van eerdere berekeningen waren

39
Q

Een byte is…..

A

8 bits

40
Q

Wat is ROM?

A

Wordt gelezen bij het opstarten van de computer.

41
Q

Wat is RAM?

A

Wordt gebruik om gegevens op te slaan als de computer aan staat. Als de computer gaat uitzetten zijn de gegevens weer uit RAM verdwenen

42
Q

Cache geheugen?

A

Is geheugen dat alleen door CVE gebruikt wordt.

43
Q

CVE

A

Het CVE doet het werk op de computer.
Het werk bestaat uit rekenen en opdrachten uitvoeren.
De snelheid van de CVE wordt aangegeven in mips.

44
Q

De CVE heeft verschillende plaatsen om gegeven op ge slaan. Die plaatsen heten register.

Noem de verschillende registers…..

A

Opdrachtregister
Opdrachtwijzer
Rekenregister

45
Q

Wat is een bus?

A

Een bus regelt het interne dataverkeer

46
Q

Er zijn 3 soorten bussen

A

Databus
Controlbus
Adresbus