H9 Flashcards

1
Q

oorzaken WO1

A

-ontstaan Duitsland 1871
-ontstaan bondgenootschappen
-nieuwe Duitse keizer
-militairisme
-nationalisme
-industrialisatie
-schlièffenplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bondgenootschappen WO1

A

Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
Engeland, Frankrijk en Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wensen nieuwe Duitse keizer (WO1)

A

-meer ruimte==>boze Russen
-meer kolonies==>boze Britten
-grotere vloot==>boze Britten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

militairisme

A

staat die wordt georganiseerd als een leger, leger heeft veel invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

schlièffenplan

A

Rusland heeft 6 weken nodig zich voor te bereiden
Britten zijn toch niet zo snel in Frankrijk
Dus: eerst Frankrijk innemen en dan Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe tweefrontenoorlog en begin Wo1

A

juni 1914 moord Frans Ferdinand
=> oorlog tussen Oostenrijk en Servië (=bondgenoot Rusland)
=>Rusland mobiliseren
=> Schièffenplan in werking
=> Duitsland en Oostenrijk-Hongarije in oorlog met:
-België
-Frankrijk
- Engeland
Duitsland traag en Rusland snel
=>tweefrontenoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

WO1 vanaf tweefrontenoorlog

A

september 1914 Slag aan de Marne
=>einde Duitse opmars => loopgravenoorlog voor 4 jaar
april 1917 VS doet mee, want Duitsland wil handel vanuit VS stoppen.
oktober 1917 communistische staatsgreep in Rusland ==> Rusland doet niet meer mee
dus hele Duitse leger naar loopgraven maar te laat
1918 Duitsland trekt zich terug
11 november 1918 wapenstilstand
1919 verdrag van Versailles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verdrag van Versailles

A

Duitsland alle schuld en moet dit tekenen
inhoud:
-Volkenbond (Onder VS, SU en Duitsland)
voor Duitsland:
- herstelbetalingen
-klein leger
-territorium afstaan (zoals kolonies)
-democratie verplicht
-Oostenrijk mag zich niet aansluiten
-inleveren artillerie

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Westelijk front WO1

A

-erg lang
-loopgraven
-moeilijk te winnen
-makkelijk voor verdediger
-loopgraafstelsel:
*reservelijn
*verdediging/backuplijn
* aanvalslijn
-veel onbekende doden
-veel ongedierte
-slecht voor gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

typerend WO1

A

-verwoesting
-totale oorlog (= iedereen heeft er last van en alles en iedereen wordt ingezet)
*dienstplicht
*verhoging en uitbreiding productie
*tekort aan eten en brandstof door:
-minder productie naar eten
- blokkades
*in de bezette gebieden is er:
-dwang
-beperking
-deportatie
-executie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

problemen economische systeem bij de economische depressie

A
  • overproductie landbouw en industrie want tijdens WO1 ook voor Europa=>opgelost door nog meer te produceren
    dus: veel verkoop weinig kopers
    -consumenten gaan lenen
    want: consumentisme en lage lonen
    -aandelen kopen met geleend geld

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dawes-Plan

A

VS leent aan Duitsland voor herstelling economie
Duisland geeft dat geld als herstelbetaling aan Engeland en Frankrijk voor herstelling economie
Engeland en Frankrijk geven dat geld aan de VS voor het afbetalen van de leningen uit WO1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

instorting markt

A

24 oktober 1929
banken en bedrijven failliet
mensen alles verkopen behalve auto en rondtrekken op zoek naar werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevolg economische depressie

A

dieptepunt 1932
-sloppenwijken
-veel doden
-Dawes-Plan crashed
dus nu deze economische depressie ook in Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oplossingen economische depressie

A

-Hoover: niks doen
-Roosevelt: New Deal:
-grote infrastructurele werken
-steun zwakken en werkelozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

totalitair systeem kenmerken

A

=systeem waarbij de staat alle aspecten van het bestaan domineert
- ant-democratisch
-sterk nationalistisch
-niet nadenken maar doen
-geweld=oplossing
-1 leider
-1 partij die er toe doet
- propaganda
-censuur
-geheime politie (gestapo)

17
Q

Sovjet-Uni Totalitair

A

1917
leider: Lenin, Stalin
-communistisch
-in theorie internationaal
- antikapitalistisch
doel: wereldrevolutie

18
Q

Italië Totalitair

A

1922
leider: Mussolini
-fascistisch, extreem nationalistisch
-pro-kapitalistisch
-anticommunistisch
doel: herstel Romeinse Imperium

19
Q

Duitsland Totalitair

A

1933
leider: Hitler
-nazistisch, extreem nationalistisch
-pro-kapitalistisch
-anticommunistisch
-antisemitisme is beleid van de staat
doel: raszuiver Duits volk en Duitsland een grootmacht

20
Q

waarom en hoe propaganda en communicatie

A

propaganda=dwingend opleggen van ideeën
-democratisering =>veel mensen te overtuigen
- volk belangrijk=>volk een geheel, iedereen moet dezelfde ideeën hebben
-moderne technologie
-massaorganisaties

21
Q

oorzaken WO2

A

-verdrag van versailles
- sociaaldemocratische regering in Duitsland geen steun meer doordat ze de schuld krijgen van:
1919 de mislukte spartakus-opstand (communistische staatsgreep)
1922 de Franse bezetting van het roergebied
1923 Hyperinflatie
1919 economische depressie
-radicale alternatieven voor de Sociaaldemocratische regering zoals
KDP maar =communistisch dus niet aantrekkelijk
NSDAP wel aantrekkelijk

22
Q

hoe Hitler aan de macht

A

-Hitler Rijkskanselier=>kan minister van veiligheid aanstellen=> pakt tegenstanders op
-Rijksdagbrand februari 1933=communsitische staatsgreep
-vervolging communisten en sociaaldemocraten
-machtigingswet aangenomen door “uitgedunde Rijksdag”
-Hitler 6 maanden oppermachtig
-eliminatie binnenlandse tegenstanders door Hitler zijn SA(=knokploeg)

23
Q

Hoe wilt Hitler WO1 alsnog winnen?

A

-1934 wapenindustrie, herbewapening
-1935 dienstplicht
-1936 bezetting Rijnland
-1938 aansluiting Oostenrijk bij Duitsland
-1938 Tsjechische Sudetenland “beschermen”
=>conferentie van München
Frankrijk en Engeland vs Duitsland en Italië (zonder Tsjechië want zou nee zeggen en zonder Rusland want communist)
Duitsland mag het Sudetenland
-augustus 1939 Polen “beschermen”
maar oorlog als hij dat doet dus verdeelt polen met de Sovjet-Uni als ze elkaar niet aanvallen
-september 1939 Polen binnenvallen
=>begin WO2

24
Q

verloop WO2

A

-1939 Duitse inval in Polen lukt door:
Blitzkrieg, alle aandacht op een plak, blijven bewegen, pakt Rusland en nieuw leger etc.
-1940 inval in :
*april: Denemarken en Noorwegen=>Atlantische oceaan
*mei Nederland, België, Luxenburg en Frankrijk
* zomer: slag om Engeland mislukt door bom op arbeiderswijk =>herstel Engeland door reactie Duitsland
-1941 operatie Barbarossa mislukt door terugtrekking Rusland
-december 1941 tegenaanval Rusland en Japanse aanval Pearl Harbor
=> Duitsland oorlog met VS (bondgenoot Japan)
-1942-1945 nederlagen Duitsland
*Noord-Afrika
1943 nederlaag Oost-Europa (Rusland rukt op)
-1944 nederlaag Normandië
-mei 1945 einde WO2 Europa
-september 1945 einde WO2 Azië (2 atoombommen)

25
Q

hoe ging was WO2 voor burgers in de bezette gebieden

A

-West-Europa
eerst vriendelijk want ariërs (uitzondering joden)
+/- 1943 terreur want SU nederlaag
Duitse steden dagelijks gebombardeerd
gedwongen arbeidsinzet, gijzelingen (gebruikt voor revanche), verzet, collaboratie, honger
vanaf 1944 opmars geallieerden vanuit Normandië
-Oost-Europa
vernietigingsoorlog, oorlog tussen volken, einsatzgruppen, uithongering, krijgsgevangenen
burgers worden onderdrukt, verhongerd, beroofd, verkracht en er is terreur
-Azië
Japanse bezetting van: china, Filipijnen en Nederlands-Indië (=de belangrijkste vanwege de grondstoffen etc.)
zelfde dingen bij burgers maar dan erger als in Oost-Europa + kampen voor “westerlingen” gebruikt voor experimenten en training van soldaten
in japan veel bombardementen op steden + 2 atoombommen==> einde WO2

26
Q

tactiek bombardementen

A

Eerst gewone bom. Dan een brandbom, de stad staat in lichterlaaie. En dan ontstaat er een brandstorm en gaat iedereen zon beetje dood van de hitte

27
Q

Moderne oorlog

A

veel burgerdoden

28
Q

holocaust

A

Shoah
-antisemitisme =Jodenhaat
genocide =volkerenmoord
-pogrom = “joden jacht”

29
Q

ontstaan antisemitisme

A

-bijbel
-fabels
-joden schuld van narigheid ==> pogrom
- nare banen (bankier, beul, etc.)
-joden rijk en fabriekseigenaar
-of joden arm en arbeider (revolutie)

30
Q

Hitler’s antisemitische daden

A

1933 -boycot joodse winkels
-joodse ambtenaren, joodse leraren, wetenschapers, etc. ontslagen
-gemengde huwelijken verboden
-joden geen toegang meer bij openbare plekken
1935 Neurenberger rassenwetten (50%>joods = joods)
november 1938 kristal-nacht==> massale uittocht maar: grenzen dicht door oorlog
1939-1942 verovering van gebied door Duitsland
==> meer joden onder gezag dus:
-ghettos, concentratiekampen
1942 wannsee-conferentie Endlösung
systematisch vergassen =>gaskamers in vernietigingskampen en schoongemaakt door andere gevangenen

31
Q

Nederland WO2

A

10-15 mei weerstand
Duits bestuur: burgerlijk, rijkscommissaris, nl winnen voor nationaalsocialisme door vriendelijkheid en ambtenaren in dienst te laten oprichting Nederland uni= in samenwerking met Duitse bestuur =>Nederlandse identiteit behouden.
zomer 1941 verandering (operatie Barbarossa):
censuur, gelijkschakeling, inleveren radios, tewerkstelling in Duitsland.
reactie Nederlanders:
collaboratie (5%), niks doen (90%), verzet: actief verzet (=spioneren), elimineren (=vermoorden collaboraten=>wraakacties) (5%)
grootschalig verzet:
-februari staking 1941 (eerste razzia)
-april-mei 1943 (arbeidsinzet)
-spoorwegstaking 1944 (steun aan geallieerden, stopt door hongerwinter)

32
Q

gelijkschakkeling

A

alle organisaties aangestuurd door overheid

33
Q

bevrijdign NL WO2

A

17 september 1944 market garden (slag om Arnhem)
oktober-november 1944 slag om Walcheren
december-mei 1944-1945 hongerwinter
voorjaar 1945 bevrijding Oost-en Noord-Nederland
voedseldropping in West-Nederland
4 mei 1945 volledige bevrijding Nederland.

34
Q

Jodenvervolging in NL

A

concentratiekamp Westerbork
van de 107.000 joden zijn er maar 5.000 teruggekomen

35
Q

anit-imperialisme

A

verzet van mensen in kolonies tegen overheersers

36
Q

oorzaken anti-imperialisme

A

nationalisme
bewoners voelen zich een volk (ondergaan het zelfde)
geleerd van Europa, democratie. vrijheid, gelijkheid
WO1 -beloftes (autonomie) in ruil voor hulp tijdens oorlog
-verdrag van Versailles =zelfbeschikkingsrecht volkeren.
-VS (was zelf kolonie) en SU (communist)

37
Q

Brits-Indië

A

verzet door Gandhi (hoogopgeleid, opstanden) en Nehru (onderhandelt)
-geweldloos actie voeren (veel pers aanwezig)
-boycotten Britse bedrijven