H10 begrippen Flashcards
hegemonie
overwicht
politionele acties
Nederlandse benaming van militaire ope- raties in Indonesië (1947-1949)
zionist
aanhanger van joods nationalisme
atoomoorlog
(kernoorlog) oorlog met atoombommen (kern- wapens, nucleaire wapens)
blokvorming
ontstaan van vijandige groepen landen
containment
(indamming) Amerikaanse politiek tegen het communisme
derdewereldland
ontwikkelingsland (buiten de twee blok- ken in de tijd van de Koude Oorlog)
dominotheorie
idee dat als één land communistisch werd, er meer zouden volgen
intercontinentale raket
raket voor kernwapens met een groot bereik
IJzeren Gordijn
gesloten grens tussen het communistische en niet-communistische deel van Europa
kernwapen
atoomwapen
Koude Oorlog
vijandschap tussen de Sovjet-Unie en de VS e hun bondgenoten (1945-1989)
Marshallhulp
Amerikaanse financiële en economische hulp aan West- en Zuid-Europa (vanaf 1947)
middellangeafstandsraket
raket met een bereik tot 5500 kilometer
NAVO
westers militair bondgenootschap (vanaf 1949)
nucleair
met kernwapens (atoomwapens)
ontspanning
(detente) verminderde spanning tussen de Sovjet-Unie en de VS
Oostblok
blok van communistische Europese landen onder leiding van de Sovjet-Unie
supermacht
zeer machtig land
vreedzame
co-existentie in vrede naast elkaar bestaan
vrije Westen
democratische westerse landen
Warschaupact
militair bondgenootschap van het Oostblok
automatisering
vervanging van mensenwerk door uit zich- zelf werkende machines
babyboom
geboortegolf vlak na de Tweede Wereldoorlog christendemocratie politiek-maatschappelijk stroming gebaseerd op christelijke normen en waarden
individualisering
als mensen persoonlijke onafhankelijk- heid steeds belangrijker vinden
informatiemaatschappij
samenleving waarin informatie- en communicatietechnologie (ICT) erg belangrijk zijn
pluriforme samenleving
maatschappij met verschillende normen, waarden en leefstijlen
postindustriële samenleving
maatschappij waarin de dienstensector de grootste economische sector is
protestgeneratie
jongeren die zich in de jaren 1960 verzetten tegen de gevestigde orde
sociale grondrechten
grondrechten die het welzijn van burgers bevorderen
consensus
eensgezindheid
douane-unie
als landen onderling geen importtarieven hef- fen en naar buiten gezamenlijk tarieven heffen
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
samenwerkingsverband van Europese staten (1957-1992)
Europese integratie
Europese eenwording
Europese Unie (EU)
samenwerkingsverband van Europese staten sinds 1992
lidstaat
lid van een organisatie van staten
wirtschaftswunder
(economisch wonder) sterke economische groei in West-Duitsland in de jaren 1950 en 1960
asielzoeker
vluchteling die vraagt om in een land te mogen blijven
assimileren
aanpassen aan de dominante cultuur
extremist
iemand die tot het uiterste gaat
gastarbeider
buitenlandse werknemer
illegalen
mensen die in een land leven zonder verblijfsvergunning
integreren
opgaan in een geheel