H8 Victimologie Flashcards
Wanneer ben je een slachtoffer?
Eenieder die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit nadeel heeft ondervonden wordt aangemerkt als slachtoffer.
Wat zijn de kringen van slachtofferschap?
- Primaire slachtoffers -> Personen die rechtstreeks schade hebben geleden, ook nabestaanden en ouders.
- Secundaire slachtoffers -> Personen die met gevolgen zijn geconfronteerd.
- Tertiaire slachtoffers -> Personen in omgeving en samenleving.
Wat zijn risicokenmerken voor slachtofferschap?
- Bepaalde demografische kenmerken -> Man, jongvolwassen.
- Lage sociale positie -> Laag inkomen, wonen in arme buurt.
- Levensstijl -> Veel uitgaan, dader van crimineel gedrag.
- Eerdere slachtofferervaringen.
- Gebrek aan preventiemaatregelen.
- Gebrekkige sociale bindingen
Wat zijn theorieën die (verschillen in kansen op) slachtofferschap verklaren?
- Theorieën die slachtoffers als dader zien (victim precipitation→victim blaming).
- Zelfcontroletheorie
- Gelegenheidstheorieën: lifestyle exposure theory en RAT-theorie.
- Sociologische theorieën die structurele factoren benadrukken.
Wat zijn verklaringen van herhaald slachtofferschap?
- Slachtoffers met risicokenmerken hebben een hoger risico, als deze kenmerken niet veranderen hebben ze een grote kans nog een keer slachtoffer te worden (heterogeniteit).
- Eerdere slachtoffers zijn extra kwetsbaar omdat de dader bijv. kan besluiten nog een keer zijn slag te slaan (incidentafhankelijk).
Wat zijn gevolgen van slachtofferschap?
- Materiële schade -> Schade, medische kosten, productiviteitsverlies.
- Immateriële schade -> Leed, PTSS, onveiligheidsgevoel, vermijdingsgedrag.
- Schade voor samenleving -> Morele verontwaardiging, bedreiging rechtsorde/rechtsstaat.
- Secundaire victimisatie -> Victim blaming, procedurele rechtvaardigheid, stereotypering/ideal victim.
Victim blaming
De meeste mensen geloven in een just-world, als een slachtoffer geen schuld draagt van een delict blijkt de wereld minder rechtvaardig dan men wil geloven. Men legt de schuld bij het slachtoffer omdat hij bang is het volgende slachtoffer te worden (“Wie geen domme dingen doet, heeft niets te vrezen”).
Modellen van slachtofferhulp:
- Hulpverlening
- Genoegdoening
- Conflictoplossing
Welke kritiek is er op het uitgebreide spreekrecht?
- De schuld van de verdachte staat nog niet vast, hierdoor is het aan het woord laten van het slachtoffer onjuist.
- Er wordt gevreesd dat straffen hierdoor zwaarder zullen uitvallen en dat er een element van willekeur in de straftoemeting kan sluipen.
- Het slachtoffer wordt blootgesteld aan tegenspraak van de verdediging, dit zou tot secundaire victimisatie kunnen leiden.
Victim precipitation
Betrokkenheid van slachtoffer bij een misdrijf (“eigen schuld”).
Wat zijn standpunten van voorstanders van het spreekrecht?
- Het slachtoffer is een belanghebbende partij bij de straftoemeting en moet daarom worden gehoord.
- Het kan helpen bij de verwerking van de gevolgen van het delict.
Lifestyle exposure theory
Kijkt naar de relatieve kwetsbaarheid van bevolkingsgroepen voor slachtofferschap vanwege hun levensstijl (levensstijl hangt af van positie in de maatschappij).