H8 P1 Flashcards

1
Q

waar komt de industriële revolutie op en welke periode?

A

in Engeland van 1760 to 1850

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom spreken we van een revolutie als we het hebben over de industriële revolutie die in Engeland plaatsvond?

A

de verandering waren zeer groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke grote veranderingen vielen er plaats met de industriële revolutie?

A
  • handwerk maakt plaats voor gemechaniseerde productie in de industrie
  • er is sprake van een grote technologische vooruitgang
  • de productie vind in fabrieken plaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe zijn machines ontwikkeld?

A

Eerste machines waren van hout maar rond 1800 werden dat metalen machines aangedreven door stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wie is de uitvinder van de stroommachines

A

James Watt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat komt op in de industriële revolutie?

A
  • steenkoolwinning
  • de machine industrie
  • de ijzerindustrie
  • textielindustrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom kon de industriële revolutie ontstaan in Engeland?

A
  1. agrarische revolutie
  2. aanwezigheid van kolen
  3. aanwezigheid van ijzer
  4. goede uitvinders
  5. voldoende kapitaal
  6. transportrevolutie
  7. grondstof en afzetmarkt in de koloniën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vanaf wanneer en naar waar verspreide de industriële revolutie zich?

A

vanaf 1850 naar de vs, Europese continent en Japan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vanaf wanner kwam de 2e industriële revolutie op?

A

1890

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn kenmerken van de 2e industriële revolutie?

A
  1. staal
  2. elektriciteit
  3. chemie
  4. blikvoedsel
  5. stoomschip, auto, fiets, vliegtuig
  6. systematisch gebruik van de wetenschap voor productie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem een groot gevolg van de industriële revolutie

A

een nieuwe maatschappij, namelijk industriële samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houdt een industriële samenleving in?

A

steeds meer mensen werken in de industrie en dienstensector en wonen in de stad, de bevolking groeit sterk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly