H8 Idioom en verbindingen Flashcards
1
Q
genoegen nemen met
A
To be happy with
2
Q
in beslag nemen
A
how long it takes
3
Q
opgaan aan
A
time wasted on
4
Q
zitten op
A
to be a member of a club
5
Q
kennismaken met
A
to meet somebody
6
Q
omringen door
A
to be among
7
Q
rijk zijn aan
A
to contain
8
Q
ervaring hebben met
A
To experience
9
Q
Geschinkt zijn voor iets
A
To not be suitable for something
10
Q
bijkomen van
A
To need a little break
11
Q
Leiden tot
A
Leads to
12
Q
lijden aan
A
to have a disease
13
Q
lijken op
A
looking like
14
Q
betrokken zijn bij
A
to be involved with
15
Q
bijdragen aan
A
co-operate
16
Q
eisen stellen aan
A
To demand
17
Q
van kinds af (aan)
A
since i was a child
18
Q
het waard zijn
A
valuable
19
Q
je hart ophalen
A
to be happy to do something
20
Q
met volle teugen genieten van
A
really enjoy something
21
Q
aan de slag (kunnen)
A
to start working
22
Q
baat hebben bij iets
A
something helps you
23
Q
op stap gaan
A
to go out
