H8: Altruïsme, samenwerking en de sociobiologische revolutie Flashcards

1
Q

Sociobiologie

A

De studie van de evolutionaire oorsprong van sociaal gedrag bij dieren, inclusief de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Biologische definitie altruïsme

A

Een handeling die de reproductieve fitness van de handelende actor verlaagt en tegelijkertijd de reproductieve fitness van het ander individu verbetert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Coöperatie

A

Een vorm van samenwerken waarin een individu een kost heeft en een individu een baat heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Adaptieve functionaliteit

A

De mate waarin altruïstisch gedrag is ontworpen door natuurlijke selectie met het oog op het leveren van voordelen aan een ander individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mutualisme

A

Wederzijdse voordelige handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Genetische zelfzuchtigheid

A

Een gen kan diens eigen replicatie bevorderen door te profiteren van replica’s van zichzelf die zich in andere individuen bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verwantschapsselectie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hamiltons regel

A

Altruïsme zal waarschijnlijk evolueren wanneer rB>C
r = verwantschapscoëfficient
B = voordeel voor de ontvanger
C = kosten voor de donor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Price vergelijking

A

Laat zien hoe genfrequentieveranderingen in een populatie het gezamenlijke product kunnen zijn van selectie binnen groepen en selectie tussen groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kostbare signalering

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sterke reciprociteit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reputatievoordeel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zelfbedrog

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Interdependentie

A

Twee of meer biologische organismen die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Individuele competitie

A

Ontogenetische ontwikkeling en intergenerationele voortplanting dwingen het individu om te worden uitgerust met genen die moeten resulteren in sterke drang naar sociaal gedrag, tot egoïsme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociale samenwerking

A

De menselijke soort is ontstaan en geëvolueerd als een sociale soort en moet ook worden uitgerust met sterke drang naar sociaal gedrag, naar altruïsme

17
Q

Verwantschapscoëfficiënt

A

Hoe nauwer twee individuen genetisch verwant zijn, hoe groter de kans dat ze genen delen die identiek zijn door afkomst

18
Q

Greenbeard altruïsme

A

Genetische zelfzuchtigheid kan optreden zonder algemene verwantschap

19
Q

Groepsselectionist

A

Iemand die niet geloofde dat in een conflict tussen individuele reproductieve fitness en de reproductieve fitness van de groep het groepsniveau zou zegevieren